Samenvatting

Om te kunnen zeggen of een tekst fictie of non-fictie is, moet je jezelf twee vragen stellen:

Als je naar de tekst zelf kijkt, zul je zien dat een fictietekst vaak veel "overbodige" elementen bevat die als belangrijkste doel hebben om het leesplezier te vergroten. Denk hierbij aan het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden (een onheilspellend geluid, een overdonderende knal etc.). Ook zie je vaak dat de schrijver in het hoofd van de hoofdpersoon kan kijken. Zo kan de schrijver de lezer vertellen wat de hoofdpersoon in het verhaal denkt of voelt.

In een non-fictietekst zijn dat soort elementen vaak afwezig. Je ziet daar juist veel details die informatie bevatten. Hoe hoog een berg precies is, hoeveel gram suiker er in een recept moet, van wanneer tot wanneer koning Willem II precies geregeerd heeft, etc. Het belangrijkste doel van de schrijver van non-fictie is dan ook niet om de lezer te vermaken, maar om precieze informatie te geven over het onderwerp van de tekst.