Gebruik geen schuttingtaal, vloekwoorden, straat taal. (Of het moet echt in je presentatie passen).
Schrap de opvulsels, de stopwoorden.
Gebruik geen woorden als: zeg maar, hoe zal ik het zeggen, laat ik het zo zeggen, uh, enzovoort, etcetera, eigenlijk.
Laat af en toe een pauze vallen.
Gebruik deze pauze om na te denken over wat je wilt zeggen. Of wat je wilt zeggen.