Jullie kunnen op heel veel manieren gegevens verzamelen.
Voorbeelden zijn: zelf tellen en meten, mensen interviewen, enquêtes afnemen en foto's maken.
Naast het zelf verzamelen van gegevens kunnen jullie ook gebruik maken van gegevens,
die al door anderen zijn verzameld. Voorbeelden zijn: gegevens uit bibliotheken,
musea en archieven; gegevens van gemeenten,
het Centraal bureau voor de statistiek en natuurlijk kaarten.
1
Overleg met je docent wat het onderzoeksgebied voor jullie groepje is.
Zorg dat jullie een kaart hebben van het gebied waarop je de verschillende zaken goed kunt intekenen.
Jullie kunnen zo'n kaart bijvoorbeeld maken m.b.v. Google maps.
Teken op deze kaart de grens van je onderzoeksgebied. Zie voorbeeld.
2
Voordat jullie het gebied gaan onderzoeken moeten jullie afspreken,
welke functies jullie met welke kleuren op de kaart gaan aangeven.
Gebruik hiervoor het bestand Legenda bij kaart ruimtelijke inrichting.
Geef vervolgens in deze legenda met kleuren aan hoe je de verschillende functies op de kaart gaat aangeven.
Als je zelf nog een deelvraag hebt bedacht,
moet je deze legenda aanvullen met de gegevens die je wilt verzamelen voor het beantwoorden van die deelvraag.
3
Nu zijn jullie klaar om met het verzamelen van de gegevens in het gebied te gaan starten.
Als jullie een fototoestel hebben, kunnen jullie deze meenemen om foto’s van de gebouwen en het verkeer te maken.
Deze kunnen jullie goed gebruiken bij jullie presentatie.
Maak duidelijke afspraken binnen jullie groepje wie wat gaat doen tijdens het verzamelen van de gegevens.
Let tijdens het onderzoek goed op de eigen veiligheid, let dus bijvoorbeeld op de andere verkeersdeelnemers!
Veel succes met het verzamelen van de gegevens!