Eindresultaat

Met deze oefening leer je:

- Hoe je het naamwoordelijk gezegde herkent.

- Wat het werkwoordelijk deel en het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde is.

- Hoe je het lijdend voorwerp vindt.

- Hoe je het meewerkend voorwerp vindt.

- Wat deze kennis te maken heeft met het leren van vreemde talen.

Hulp bij  het leren

Tijdens het maken van de opdrachten, kun je op hyperlinks klikken. Dit zijn de zogenaamde 'hulplijnen'. Je krijgt dan de theorie nog een keer uitgelegd of een tip bij het beantwoorden van de vraag. Je kiest zelf of en wanneer je de hulplijnen inzet.