Nou, vooral omdat het je helpt om de juiste naamval bij Duits toe te passen. Het is namelijk eigenlijk heel eenvoudig.
Een naamwoordelijk gezegde vertelt iets over de toestand of eigenschap van het onderwerp. Er wordt dus dezelfde persoon, hetzelfde dier, hetzelfde ding mee bedoeld.
Dan is het logisch dat ze allebei in dezelfde naamval staan: de eerste!
Naamwoordelijk gezegde: is trainer van Manchester United. Van Gaal=trainer van Manchester United (een en dezelfde persoon).
In het Duits wordt dat dan:
Van Gaal ist der Trainer von Manchester United. Der is de eerste naamval.
Naamwoordelijk gezegde: is trainer van Manchester United. Van Gaal=trainer van Manchester United (een en dezelfde persoon).
In het Duits wordt dat dan:
Van Gaal ist der Trainer von Manchester United. Der is de eerste naamval bij Trainer.
Naamwoordelijk gezegde: is de beste vrouwelijke schaker van Haarlem. Mijn zus=de beste vrouwelijke schaker van Haarlem (een en dezelfde persoon).
In het Duits wordt dat dan:
Meine Schwester ist die beste Schachspielerin von Haarlem. Die is de eerste naamval bij Schachspielerin.