Meewerkend voorwerp

Als je het onderwerp, het gezegde en het lijdend voorwerp van een zin kent, kun je ook het meewerkend voorwerp vinden.

Je vraagt dan:

Aan wie/wat + onderwerp + gezegde (+ lijdend voorwerp als deze in de zin staat)?

Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen.

Voorbeeld 1

De kinderen gaven een cadeautje aan hun moeder.

PV: gaven

Ond: de kinderen

Meew. vw: aan wie gaven de kinderen? aan hun moeder.

Voorbeeld 2

Ik vroeg haar of ze nog op vakantie ging.

PV: vroeg

Ond: ik

Meew. vw: aan wie vroeg ik? haar.