Het zelfstandig werkwoord tekst

Het Zelfstandig Werkwoord

 

In een zin staan altijd 1 of meerdere werkwoorden. Ze geven aan wat er gebeurt, of welke handeling er uitgevoerd wordt.

 

Voorbeeld:

 

Ik zwem elke dinsdag in het zwembad. 

 

Er staat 1 werkwoord in de zin: 'zwem'. 

 

Soms staan er meerdere werkwoorden in de zin. Het werkwoord dat de handeling aangeeft (of wat er gebeurt) noemen we: Het Zelfstandig Werkwoord.

 

Voorbeeld 2:

 

Ik ga elke maandag een flink stuk wandelen. 

 

In deze zin staan twee werkwoorden: 'ga' en 'wandelen'. Welk van deze twee werkwoorden geeft nu de daadwerkelijke handeling aan? --> wandelen. 

'wandelen' is dan het Zelfstandig Werkwoord en het woordje 'ga ' niet.

 

Pas op!

Soms bestaat een werkwoord uit 2 delen. Denk bijvoorbeeld aan een werkwoord als: nakijken. Zo'n werkwoord noem je een ' samengesteld werkwoord' . Hier vind je daar meer informatie over.

Voorbeeld: De docent kijkt morgen de proefwerken na.  

Hier moet je: 'kijk na​' als één werkwoord zien, want het komt van het hele werkwoord: nakijken.  'kijk na' is dus een zelfstandig werkwoord ook al bestaat het uit twee delen.