Het bijvoeglijk naamwoord tekst

Het bijvoeglijk naamwoord

 

Het bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord. Extra informatie is extra en kan dus weggelaten worden. Op die manier kun je een bijvoeglijk naamwoord herkennen.

Er kunnen heel veel bijvoeglijke naamwoorden in de zin staan.

Voorbeeld: Ik zie een heel mooie, groene, grote, aardige smurf. De onderstreepte woorden zijn allemaal bijvoeglijke naamwoorden want ze zeggen direct iets over het zelfstandig naamwoord 'smurf'. Het woordje 'heel' zegt niet iets over 'smurf' en is dus geen bijvoeglijk naamwoord.

 

Voorbeelden:

het grote huis

de lange weg

de irritante acrobaat

het enge bos

 

In deze voorbeelden zie je dat het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord staat. Dit is ook zo in de meeste gevallen. Soms staat het bijvoeglijk naamwoord 'achter'het zelfstandig naamwoord. Er staat dan wel altijd nog minimaal een woord (werkwoord--> een vorm van 'zijn', 'worden', 'blijven', 'lijken') tussen.

 

De man is groot

Het huis lijkt erg klein

 

 

De auto rijdt snel. --> 'snel' is hier geen bijvoeglijk naamwoord want er staat geen vorm van 'zijn', 'worden', 'blijven', 'lijken' in deze zin. Het woordje snel zegt ook meer iets over 'rijdt' dan over 'auto' en rijdt is hier geen zelfstandig naamwoord.

 

De auto is snel. --> 'snel ' is hier wel een bijvoeglijk naamwoord want er staat een vorm van 'zijn' in deze zin (is).

 

Extra info:

Soms eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een 'e' en soms niet. Je ziet dit verschijnsel alleen wanneer je 'een' als lidwoord gebruikt. Hoe komt dat?

 

een groot huis

een grote weg

een grote acrobaat

een groot bos

 

Het heeft te maken met het lidwoord.

'Het-woorden' krijgen geen e als je 'een' gebruikt.

'De-woorden' krijgen wel een e als je 'een' gebruikt.