het voorzetsel tekst

Voorzetsel

 

Een voorzetsel geeft meestal een plaats aan. Dank aan woorden als: In / naast / op / tussen / bij / voor / achter...

Soms is een voorzetsel moeilijker te herkennen. Dan is er een goede manier om erachter te komen of het woord een voorzetsel is: Zet het woord eens voor 'de kast' of 'het feest'.

                               

Het boek ligt in de kast.

Het boek ligt naast de kast.

Het boek ligt tussen de kast en de muur.

Ik zie je tijdens de wedstrijd. (Tijdens kun je niet voor 'de kast' zetten, maar wel voor 'het feest'. 'Tijdens' is dus een voorzetsel)

 

Pas in sommige gevallen goed op:

Soms lijkt een woord op een voorzetsel, maar is het niet.

Ik schrijf in mijn schrift de sommen op. In dit geval staat er maar 1 voorzetsel in de zin: in. HEt woordje op hoort hier bij schrijven, want het komt van het hele woord 'opschrijven '. Je mag dit dan geen voorzetsel noemen want het hele woord 'opschrijven' is geen voorzetsel.