Net als de Nederlanders uit Ik vertrek zijn er mensen uit andere landen die naar Nederland komen voor werk of een beter leven. Deze migratie is van alle tijden.
Allochtoon of autochtoon?
Mensen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren noem je allochtoon. Kinderen van immigranten die in Nederland geboren worden, noem je ook nog allochtoon.
Als allebei je ouders in Nederland zijn geboren ben je autochtoon. Op het nieuws en in de statistieken wordt daarnaast vaak gebruik gemaakt van de term westerse en niet-westerse allochtonen.
Westerse allochtonen komen uit Europa, Noord-Amerika, Indonesië, Japan of Oceanië.
Niet-westerse allochtonen komen uit Afrika, Latijns-Amerika of Azië (inclusief Turkije). Als een moeder en vader in verschillende landen zijn geboren wordt er uitgegaan van het geboorteland van de moeder.
Kritiek
Soms is er kritiek op de terminologie ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’. Het kan erop lijken dat mensen niet gelijkwaardig worden behandeld of benoemd. Ook is er de vraag of allochtonen zich wel ‘verbonden’ genoeg voelen met Nederland.
Dit ‘onderscheid’ is overigens niet iets nieuws. Al in de 16e eeuw werd er in Nederland gesproken van ‘ingeboren Hollanders’ en ‘bijwoners’.
Je kunt je daarom afvragen waarom niet iedereen gewoon ‘Nederlander’ wordt genoemd. Een antwoord daarop kan je vinden door onderzoek.
Als je gegevens wil opzoeken en vergelijken is het belangrijk dat je goed kunt kijken of bijvoorbeeld een achterstand of juist voorsprong komt door een bepaalde afkomst. De overheid, scholen en instanties kunnen dan beter helpen bij het aanpakken van deze mogelijke problemen.
Toch blijft het de vraag of het vermelden van afkomst belangrijk is in bijvoorbeeld nieuwsberichten.
De rol van het CBS
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt allerlei ontwikkelingen in Nederland precies bij. Ze verzamelen gegevens en zetten de getallen in een database. Met behulp van de getallen in de database kun je statistieken en grafieken maken. Ook jij kunt vrij gemakkelijk de gegevens in de database raadplegen.
Beantwoord de vragen 7 en 8 over het CBS.