3. Hervormingen

In de middeleeuwen was het geloof heel erg belangrijk. Bijna iedereen in Europa was christen. Rond 1500 komt er wel wat kritiek op de kerk. Men vindt dat sommige geestelijken zich te weinig met het geloof bezig hielden, maar alleen maar bezig waren met geld en macht. Men vond dat de kerk corrupt was. Zo kon je bijvoorbeeld een aflaatbrief kopen. Hiermee werden je zonden vergeven en kon je alsnog in de hemel komen. De Duitse monnik Maarten Luther was een van de eerste die zijn kritiek duidelijk liet horen. In 1517 schreef hij een brief waarin hij de kerk aanklaagt en hangt deze aan de deur van een kerk, waar iedereen hem kan lezen. De paus krijgt te horen wat de kritiek is, maar doet er niets aan. Dit zet Luther en andere aan de kerk te veranderen, dit noem je de Hervorming.

De mensen die kritiek op de kerk hebben worden ketters genoemd. Deze ketters werden voor hun kritiek vervolgd. Sommige hervormers schrijven daarom een brief, waarin zij protesteren tegen de vervolgingen. Door deze protestbrief worden de hervormers protestanten genoemd. De protestanten hebben nog meer kritiek, zo vinden zij dat je de kerk sober moet laten en dat er geen versiering moeten hangen zoals beelden en schilderijen. Dit zou alleen maar afleiden van hetgeen wat je komt doen: bidden. Ook vinden zij dat je iemand zoals de paus en priesters helemaal niet nodig hebt om gelovig te zijn, je kunt zelf ook wel de bijbel lezen. De hervorming zorgt voor een duidelijke scheiding binnen het christendom. Sommige blijven trouw aan de paus en de Katholieke kerk, dit noem je de katholieken en andere sluiten zich aan bij de hervormers en worden protestants.

In de Nederlanden is deze strijd groots uitgevochten. De Nederlanden hoorden rond 1500 bij Spanje. De Spaanse koning Filips II was katholiek en vond de hervorming iets vreselijks. Vanuit Duitsland kwam de hervorming ook overwaaien naar de Nederlanden. De Spaanse koning verbood dit en liet elke protestant oppakken en vervolgen. Dit zorgde voor veel spanningen in de Nederlanden. Daarnaast verhoogt de Spaanse koning ook steeds meer belastingen. De bevolking wordt woedend en komen in 1566 in opstand. Protestanten en arme mensen trekken als een woedende menigte door het land en slopen kerken en kloosters. Deze beeldenstorm wordt tegengehouden door de mensen van adel. De Spaanse koning is woedend over de opstand en stuurt een leger richting onderleiding van generaal Alva naar de Nederlanden om de onruststokers te straffen. Veel mensen vluchtten het land uit.

Ook Willem van Oranje, een man van adel, vlucht het land uit naar Duitsland. Daar verzameld hij een leger bij elkaar om Alva weg te jagen. In 1568 valt hij met dat leger de Nederlanden binnen. Deze strijd om de Nederlanden zal uiteindelijk tachtig jaar duren en noemen wij de Nederlandse Opstand of de Tachtigjarige oorlog. De strijd van het leger van Willem van Oranje verloopt niet goed, maar vanuit zee krijgt hij versterking. Veel mensen zijn namelijk ook via boten gevlucht richting Engeland en komen Willem van Oranje helpen, deze mensen noemen wij de watergeuzen. Vele gewesten gaan tijdens deze strijd samenwerken om de Spaanse koning weg te jagen. Zij willen nu een eigen land vormen en daarbij willen zij Willem van Oranje als nieuwe koning. Helaas wordt Willem van Oranje in 1584 vermoord door Balthazar Gerards. Dit doet hij omdat je hier een geldprijs mee kunt verdienen.

Niet alle gewesten sluiten zich aan bij de opstand tegen de Spaanse koning. De zeven gewest die dit wel willen besluiten in 1588 zelf een land te vorm. Dit wordt een land zonder koning die geregeerd zal worden door een Staten-Generaal en heet de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Uiteindelijk werd er in 1648 een vrede getekend tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

 

 

Let op: Je mag kiezen wat je doet, je maakt of opdracht 1 waarbij je allerlei vragen beantwoord of opdracht 2 dan maak je een samenvatting of opdracht 3 een mindmap die je alleen kunt maken als je de workshop mindmappen hebt gevolgd. Als laatste maak je nog de eindopdracht, deze telt mee in je cijfer.

Opdracht 1A:

Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.

Corrupt                                                                                
Aflaatbrief  
Maarten Luther  
Hervorming  
Ketters  
Protestanten  
Katholieken  
Filips II  
Beeldenstorm  
Willem van Oranje  

Nederlandse opstand /

Tachtigjarige oorlog

 
Watergeuzen  
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden  

 

Opdracht 1B:

Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je Word-Document.

  1. In de 15de eeuw komt er kritiek op de katholieke kerk. Welke kritiek hebben de mensen?
  2. Hoe wordt iemand genoemd die te veel kritiek heeft op de kerk door katholieken?
  3. Wat is een aflaat?
  4. Welk kritiekpunt geeft de Duitser Maarten Luther?
  5. Wat is een hervorming, en wat bedoelen we met de Hervorming?
  6. Wat zijn protestanten?
  7. Hoe komen zij aan deze naam?
  8. De christelijke kerk is na 1517 dus geen eenheid meer. Leg uit wat hiermee bedoelt wordt.
  9. In de Nederlanden speelde de hervormingen een belangrijke rol. Leg uit waarom dit voor een probleem zorgt?
  10. Welke twee groepen komen in 1566 in opstand?
  11. Op welke manier raakt Willem van Oranje bij de oorlog betrokken?
  12. Welke twee namen zijn er voor de oorlog in de Nederlanden?
  13. Doordat Willem van Oranje in 1584 vermoord werd werd er besloten geen nieuwe koning aan te wijzen om het land te besturen. Wat werd er besloten over het bestuur van het land?
  14. Hoe ging de Nederlanden heetten vanaf 1588?

Opdracht 1C:

Bekijk het onderstaande filmpje en beantwoord de onderstaande vragen.

  1. Bij welke kerk hoorde vroeger alle christenen?
  2. Wanneer kom je in de hemel?
  3. Waardoor begint Luther steeds meer te twijfelen aan zijn geloof?
  4. Wat zouden gelovigen moeten doen volgens Luther?
  5. Hoe komt de paus aan het geld voor de Sint Pieterkerk?
  6. Hoe laat Luther blijken dat hij het niet eens is met de aflaten?
  7. Hoe reageert de paus op Luther?
  8. Wat vindt de keizer?
  9. Wat deed Luther in de tijd dat hij in Wartburg zat?
  10. Wat is het begin van de protestantse kerk?
  11. Wat wilde Luther eigenlijk bereiken?

Opdracht 1D:

Bekijk het onderstaande filmpje en beantwoord de onderstaande vragen.

  1. Welke twee mannen zijn belangrijk in de Nederlandse geschiedenis?
  2. Waarom zijn edelen niet blij met Filips II?
  3. Waarom waren andere mensen niet blij met Filips II?
  4. Op welke manier laten de mensen merken dat zij niet blij zijn met de koning?
  5. Waarom vlucht Willem van Oranje?
  6. Waarom stuurt Filips II een leger naar de Nederlanden?
  7. Hoe komen de watergeuzen in Den Briel terecht?
  8. Waarom zweren de edelen Filips II als koning af?
  9. Hoe sterven Willem van Oranje en Filips II?
  10. Na hoeveel jaar is Nederland vrij?

Opdracht 2:

Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.

Wat is een samenvatting?

Een samenvatting is:

Hoe maak je een samenvatting?

 

Opdracht 3:

Je maakt over de bovenstaande paragraaf een mindmap. Deze opdracht kan je pas maken als je vaardigheidsworkshop "mindmap maken" hebt gevolgd. De theorie die je hebt geleerd bij de workshop gebruik je voor het maken van de mindmap. 

 

Eindopdracht:

Je gaat samen met een klasgenoot een fotopresentatie maken.
Hierin laat je voorbeelden zien van het geloof van Katholieken en protestanten. Je mag zoeken naar allerlei dingen die met kerk en geloof te maken hebben: gebouwen, geestelijken, schilderijen, voorwerpen, teksten.
Zorg ervoor dat de afbeeldingen een duidelijk kenmerk hebben dat echt past bij dat geloof. Zet bij elke foto een kort bijschrift: wat zie je?

Het is wel de bedoeling dat je zelf deze foto's gaat maken, je moet dus naar twee kerken. Om er achter te komen waar je deze foto's het beste kunt maken is het daarom handig om eerst onderzoek te doen naar een katholieke en protestantse kerken in Den Helder. Zoek ook uit wanneer je terecht kunt in deze kerken.

Over je afbeelding maak je een presentatie, hiervoor mag je zelf een geschikte manier verzinnen. Je kunt bijvoorbeeld je afbeeldingen in een Word-document zetten, op een poster plakken, in een digitaal presentatieprogramma zoals Prezi of Powerpoint, of in een online fotoviewer….....

Klaar?
Lever hem ter beoordeling in bij je docent.

De docent beoordeelt je aan de hand van een rubric:

  Beginner Gevorderd Expert
Aantal 6 afbeeldingen, 3 van elke kerk 12 afbeeldingen, 6 van elke kerk 18 afbeeldingen, 9 van elke kerk
Afbeeldingen Pas als je het bijschrift leest weet je bij elke kerk de afbeelding horen. Van de helft van de afbeeldingen is duidelijk te zien bij welke kerk deze hoort. Er is geen bijschrift nodig, je ziet van alle afbeeldingen direct bij welke kerk zij horen.
Bijschrift Er staat bij of het een katholieke of protestantse kerk is. Er staat bij of het een katholieke of protestantse kerk is en er wordt verteld wat je op de afbeelding ziet. Er staat bij of het een katholieke of protestantse kerk is, er wordt verteld wat je op de afbeelding ziet en er staat achtergrond informatie over de afbeelding bij. 
Presentatie Alle afbeeldingen staat in de presentatie er is geen layout. Alle afbeeldingen zijn in de presentatie geordent er is geen layout. Alle afbeeldingen zijn in de presentatie geordent en de presentatie heeft ook een mooie layout.