Zoals je in het hoofdstuk over de middeleeuwen hebt geleerd kwam tegen het einde van de middeleeuwen de handel weer opgang in Europa. Een belangrijke bijdrage in de handel kwam vanuit de moslims. Deze namelijk producten en kennis mee van de Arabieren. Er kwamen ook producten uit nog verdere streken zoals het Midden-Oosten en Azië. Deze kwamen via verschillende handelaren in Europa terecht. Het product ging van de eerste handelaar naar de tweede enzovoort, al deze handelaren wilde hier natuurlijk wel wat aan verdienen en dat zorgde ervoor dat deze producten onwijs duur waren tegen de tijd dat zij in Europa verkocht werden. Tussenhandel noem je dit. Een voorbeeld is de specerij peper, dit kwam uit Azië voordat het in Europa aankwam was het soms wel door zeven handelaren door verhandelt en wat het onwijs duur geworden: "Peperduur".
Europeanen waren hier niet blij en wilde hier wat aan doen. Zij ging daarom opzoek naar een eigen weg direct naar het product zelf. Via land ging dit niet snel genoeg en daarom gingen zij opzoek naar weg via de zee. Deze ontdekkingsreizen werden geholpen door een aantal nieuwe uitvindingen:
De eerste echte ontdekkingsreizigers kwamen uit Portugal en vaarden in zuidelijke richting langs de kust van Afrika. In 1487 werd het zuidelijkste puntje van Afrika ontdekt door Bartolomeus Diaz. Hij noemde dit Kaap de Goede Hoop, in de hoop dat de toekomst veel zou brengen. In 1498 vaarde de Portugees Vasco da Gama via Kaap de Goede Hoop naar Azië. Hij kwam terecht in India en nam verschillende specerijen, textiel en andere producten mee. De Portugezen bouwden overal waar zij kwamen forten en handelsposten en waren bijna honderd jaar lang de baas over de zee route tussen Europa en Azië. Na honderd jaar werden er ook vanuit Engeland en Nederland schepen gestuurd en kregen deze landen ook een belangrijke rol in deze handel.
Vanuit Spanje werden er ook ontdekkingsreizen georganiseerd. Zij bedachten dat je niet alleen via het zuiden langs Afrika Azië kon bereiken, maar ook via het westen. In 1492 werd Christoffel Columbus er daarom op uitgestuurd om dit voor de Spanjaarden te gaan doen. Met drie schepen trok hij erop uit en na een paar weken had hij land bereikt, Azië dacht hij. De bewoners die daar woonden noemde hij daarom indianen. Later ontdekte Amerigo Vespucci dat dit helemaal niet om Azië ging, maar om een heel nieuw continent. Het nieuwe continent werd daarom vernoemd naar Amerigo: Amerika. Veel Spanjaarden en Portugezen trokken richting het nieuwe continent om dit verder te ontdekken. Dit zien wij vandaag de dag nog terug, omdat alle mensen in Zuid-Amerika Spaans of Portugees spreken.
Ook vanuit Nederland werden er ontdekkingsreizen uitgevoerd. Via het zuiden langs Afrika en het westen waarbij Amerika ontdekt werd waren er al zeeroutes. In 1594 vertrok Willem Barentsz daarom richting het noorden om via die kant een zeeroute naar Azië te vinden. Helaas was het in het noorden te koud en was de zee bevroren. Willem Barentsz strandde op Nova Zembla, een eiland boven Rusland.
Let op: Je mag kiezen wat je doet, je maakt of opdracht 1 waarbij je allerlei vragen beantwoord of opdracht 2 dan maak je een samenvatting of opdracht 3 een mindmap die je alleen kunt maken als je de workshop mindmappen hebt gevolgd. Als laatste maak je nog de eindopdracht, deze telt mee in je cijfer.
Opdracht 1A:
Tussenhandel | |
Specerij | |
Ontdekkingsreizen | |
Kompas | |
Astrologie | |
Karveel | |
Bartholomeus Diaz | |
Vasco da Gama | |
Christoffel Columbus | |
Amerigo Vespucci | |
Willem Barentsz |
Opdracht 1B:
Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je Word-document.
Opdracht 1C:
Bekijk het filmpje en beantwoord de onderstaande vragen in je Word-document.
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
Hoe maak je een samenvatting?
Opdracht 3:
Je maakt over de bovenstaande paragraaf een mindmap. Deze opdracht kan je pas maken als je vaardigheidsworkshop "mindmap maken" hebt gevolgd. De theorie die je hebt geleerd bij de workshop gebruik je voor het maken van de mindmap.
Eindopdracht:
Je gaat op een kaart de verschillende ontdekkingsreizen tekenen. Dit doe je van vier verschillende ontdekkingsreizigers die je in deze paragraaf bent tegen gekomen. Omdat deze ontdekkingsreizigers op reis gaan hebben zij ook een paspoort nodig. Deze ga je ook maken.
Je mag zelf weten hoe je dit gaat maken. Zo kan je een wereldkaart bij je docent vragen of je zoekt digitaal een kaart waarop je alles gaat uitwerken.
Klaar?
Laat je werk beoordelen door je docent.
Dit wordt gedaan aan de hand van een rubric:
Beginner | Gevorderd | Expert | |
Kaart | Er staan vier lijnen op de kaart. | Er staan vier lijnen met de naam van de ontdekkingsreiziger en de jaartallen op de kaart. | De route die precies is afgelegd door de vier ontdekkingsreizigers met hun naam en jaartallen staan op de kaart. |
Paspoort | Er staat alleen de naam, de jaartallen van de reis en afbeelding van de reiziger. | Er staat de naam, jaartallen van de reis, afbeelding, geboortedatum, afkomst en opdrachtgever van de reiziger. | Er staat de naam, jaartallen van de reis, afbeelding, geboortedatum, afkomst, opdrachtgever van de reis en achtergrond informatie over de reiziger. |
Netheid | Alles is aanwezig op je kaart, maar er is niet duidelijk te zien wat alles is. (rommelig) | Alles is aanwezig op je kaart, maar er is niet gelijk duidelijk te zien wat alles is, dit moet uitgezocht worden en kan dan gevonden worden. | Alles is aanwezig op je kaart en er is duidelijk te zien wat alles is. Je hoeft niets uit te zoeken. Bijvoorbeeld in een legenda. |