Drag and drop: Bij “drag and drop” sleep je het ene symbool naar het andere symbool. Maak op die manier goede combinaties.
Reflectie/directe feedback: Met directe feedback krijgt je direct te weten of een antwoord of strategie goed is of niet. Dit kan duidelijk gemaakt worden met kleuren (bv. rood/groen), vormen (bv. een ster), een score en met geluiden.
Aanklikken/Roll over: De juiste antwoorden aanklikken, of met je muis over een vlak bewegen waardoor er nieuwe informatie beschikbaar komt, is een simpele toepassing die vaak gebruikt wordt.
Lopen, rennen, springen: Je kunt een karakter laten bewegen. Loop, ren en spring om uit handen van de vijand te blijven.
Bediening karakter: Met toetsen op het toetsenbord kan je een voorwerp of karakter laten bewegen of verplaatsen. Met de muis heb je op dat gebied ook veel mogelijkheden. Een derde optie is om een gamecontroller te gebruiken. Voor onderwijsdoeleinden is dat minder geschikt aangezien elke leerling dan een gamecontroller moet aankoppelen.
Mouse replacement: De muiscursor kan vervangen worden door een bepaald figuurof voorwerp.
Invuloefening: Je kunt de antwoorden of gegevens typen in een invulvlak en vervolgens direct laten controleren.
Tijd: Als je binnen een bepaalde tijd iets moet voldoen levert dat positieve stress en spanning op.
Schieten: Mik op een bepaald doel en schiet. Zo probeer je een voorwerp te raken.
Competitie/Score: Na elke goede oefening een punt of een ster er bij. Geef leerlingen de mogelijkheid om hun score te vergelijken met die van klasgenoten en hun score op te slaan in een online database.
Bij 3D games zijn er nog meer geschikte game-elementen die je toe kunt passen.