1.3 Een vegetatieve schikking

Je hebt al een aantal bloemstukken gemaakt, maar er zijn nog meer verschillende schikstijlen. In de theorie leer je welke schikstijlen er zijn en  hoe je bloemwerk voor bijzondere dagen maakt. 

 

Theorie: Bloemschikken

Lees de theorie en maak de vragen van:

 

Theorie: Vegetatief schikken

Je gaat een bloemstuk maken, waarbij je de materialen op een natuurlijke manier verwerkt. Je kijkt naar de groeiwijze van de bloem of de tak. Vooral de stand van de knoppen en bladeren is belangrijk. Vervolgens probeer je in je bloemwerk de materialen in dezelfde stand te gebruiken. Je noemt dit vegetatief schikken. Je zoekt ook materialen uit die in de natuur bij elkaar passen. Een voorbeeld is riet, waterlelie en water. De materialen staan in de natuur bij elkaar.  Je gebruikt verschillende vormen van bloemen door elkaar. Je kunt bijvoorbeeld langwerpige, ronde en driehoekige vormen afwisselen. 

Bij een vegetatief bloemwerk let je op:

 

Opdracht A: Vegetatief bloemstuk

  1. Je maakt een vegetatief bloemstuk in de sfeer van het seizoen. Er ontstaat een soort tuintje.
  2. De opdracht wordt door de docent uitgelegd.
  3. Volg de aanwijzingen van de docent.
  4. Maak een fotoblad van je bloemstuk voor in je portfolio (zie de Portfolio-opdracht in de Oriƫntatie).

 

Opdracht B: Een moodboard maken (extra)

Je maakt een moodboard van een vegetatieve schikking. Zorg ervoor, dat de afbeeldingen en de uitstraling van je moodboard passen bij de vegetatieve schikking die je hebt gemaakt. Als je deze opdracht maakt, werk je aan de competentie presenteren. Open onderstaand bestand en volg de aanwijzingen in de opdracht.

moodboard vegetatieve schikking