Wolken zijn verzamelingen waterdruppeltjes en/of ijskristallen.
In het weerbericht gebruikt men vaak één van de volgende omschrijvingen:
In het eerste geval is er geen wolkje aan de lucht en heeft de zon vrij spel.
Als er zware bewolking is, komt de zon er niet door.
De ontwikkeling van het wolkendek heeft gevolgen voor de temperatuur en de mogelijkheid van neerslag.
Een meteoroloog let vooral op de dikte en de soort wolk.
Zo zijn er wolkensoorten waaruit geen druppel valt en andere soorten die zware onweersbuien veroorzaken.
Klik op de link en beantwoord de vragen:
Vraag 1a: Schrijf de vier hoofdsoorten van bewolking onder elkaar.
b: Schrijf achter elke hoofdsoort één voorbeeld.
Vraag 2: Uit welke twee wolkentypes valt de meeste neerslag?