Laten we al die informatie even verwerken, deze vragen zullen je helpen om alles nog beter te onthouden. Je mag de antwoorden bespreken met je klas genoten.
Vraag 1. Wat is het verschil tussen de kleine en de grote water cyclus?
…………………………………………….
Vraag 2. Waarom regent het in een regenwoud zoveel?
…………………………………………….
Vraag 3. In Nederland valt best veel water, wat zouden we allemaal met dit regenwater kunnen doen?
…………………………………………….
Nu je wat meer weet over water, laten we eens gaan kijken hoeveel water er eigenlijk bij jou in de buurt valt? Hieronder zie je een schema, per groepje krijg je van je juf of meester een meet buisje, deze gaan we buiten neerzetten. Zorg dat alle buisjes op verschillende plekken staan zodat je kan zien of er een verschil is in regenval.
Meet nu elke dag hoeveel water er in jullie buisje zit en schrijf dit op.
Dag 1. |
|
Dag 4. |
|
Dag 2. |
|
Dag 5. |
|
Dag 3. |
|
Dag 6. |
|
Dag 4. |
|
Dag 7. |
|
In Nederland regent het dus heel veel, wel 830 MM per jaar! die regen kan voor allerlei dingen worden gebruikt. Zo ook het regenwater dat op jullie school dak valt. Benieuwd naar hoeveel water er per jaar op jullie dak valt? Reken mee met deze grote rekensom.
In Nederland valt er dus ongeveer 830 MM regen per jaar!
Nu is het aan jullie om de oppervlakte van jullie dak uit te rekenen? Dit kan je doen met een groot meetlint, of misschien weet jouw juf of meester wel de afmetingen?
De rekensom die je nu krijgt is
830MM (= 8,3 M) x de oppervlakte van het school dak = ……… M^2
…………………………………………….
…………………………………………….
In het filmpje van Amara zag je hoe de waterkringloop in elkaar zit. Nu is het aan jou om de kringloop hieronder af te maken. Weet je welke woorden waar horen? Succes!
Oceaan |
Sneeuw en ijs |
Grondwater stroming |
Verdamping |
Gewasverdamping |
|
Condensatie |
Rivier |
|
Infiltratie |
Grondwater |
|
Vergelijk je regenwoud nu met de foto of tekening van een week geleden. Welke verschillen zie je vergeleken met vorige week? Schrijf ze bij je nieuwe foto of afbeelding.