Wat kan ik straks?
Na deze opdracht kun je:
- het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen beschrijven.
- vier verschillende groepen voedingsstoffen benoemen.
- de functies van deze verschillende voedingsstoffen benoemen.
- de aanwezigheid van zetmeel in een voedingsmiddel vaststellen.
- aan de hand van voorbeelden uitleggen welke delen en voedingsstoffen van planten belangrijk zijn voor mensen.