● Transport van stoffen

     De organen bestaan uit weefsels. En een weefsel is opgebouwd uit de cellen.
     Tussen de cellen van de haarvaten zitten kleine openingen. . De wand van de haarvaten is heel dun. Hel bloed in de haarvaten stroomt heel langzaam, omdat de diameter van de haarvaten is de zeer klein. Da taak van de haarvaten is de uitwisseling van opgeloste stoffen en water met hun omgeving.
     Dat gebeurd door middel van diffusie en bloeddruk. Via de openingen tussen de haarvatcellen stromen de opgeloste stoffen, water en de witte bloedcellen van de haarvaten uit. Het water met de opgeloste stoffen (zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen) en de witte bloedcellen in het weefsel heet weefselvloeistof of weefselvocht.
     Weefselvloeistof heeft de functie om zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen met de weefselcellen uit te wisselen. De cellen neme zuurstof en voedingsstoffen op uit de weefselvloeistof en geven afvalstoffen en koolstofdioxide  af aan de weefselvloeistof.
     Een deel de weefselvloeistof wordt weer aangezogen door de haarvaten en komt op deze manier weer terug in de bloedsomloop. Een deel van de weefselvloeistof vindt de weg naar de haarvaten niet terug. Deze weefselvloeistof wordt opgevangen  in een apart buizensysteem  dat deze weefselvloeistof weer terugvoert naar het hart. Dit buizensysteem wordt het lymfevatenstelsel genoemd. Lymfevaten lijken veel op bloedvaten.