Opdracht 4: Tuinbouwbedrijf met zorg en nieuwe zorgactiviteiten

Een vollegronds groenteteeltbedrijf van 5 ha en 0,5 ha bos werkt met zorg- en hulpvragers, zet haar groenten af op boerenmarkten, en wil voor de zorgvragers activiteiten opzetten zoals houthakken (open haardhout), shii take-teelt en eieren van 200 eigen kippen. Er is winkelruimte nodig van 60 m2 voor 3 dagen per week.

Het bedrijf ligt dicht bij de bebouwde kom waar het beleid meer ruimte biedt voor nieuwe plattelandseconomie. Het landschap moet een half open cultuurlandschap met houtwallen blijven.
In het bestemmingsplan staat dat bedrijf en gronden zijn bestemd voor de agrarische bedrijfsvoering met landschappelijke waarde en kernrandzone. Alle nevenactiviteiten zijn in een positieve, limitatieve lijst opgenomen, met per activiteit een aantal m2. In recht meestal 100 m2, in afwijking uiteenlopend tot maximaal 250 m2. Voor de agrarische bedrijfsvoering kan er normaal worden gebouwd.

Kan het bedrijf de plannen uitvoeren? Geef aan wat de afweging zou kunnen zijn van de gemeente.

Antwoord:
Afweging: De agrarische activiteiten zoals extra stal voor kippen en shii take-teelt op stammetjes in bosperceel worden als onderdeel van de bestemming toegestaan. De ondernemer moet er echter wel op wijzen dat het bos bedoeld is voor houtteelt. Winkelruimte staat bij de nevenactiviteiten en het past binnen de maximale maat. Tijdens het overleg met de gemeente blijkt dat een open kapschuur als inpakruimte voor de markt, koeling, kantine zorgvragers (met houtkachel) en opslag groentekisten gebruikt wordt. Vooral het gebruik als kantine vindt de gemeente niet voldoen aan vereisten van zorg en zou dus geregeld moeten worden. Na enig overleg wordt dit als ontvangst- en workshopruimte van 100 m2 ingericht en afgeschermd zodat het past in het bestemmingsplan en voldoet aan de vereisten van de zorg. De open werk- en opslagruimte is als onderdeel van de agrarische bedrijfsvoering toegestaan. Het bedrijf wijst de gemeente alvast op de potentiƫle groei van de zorgtak met begeleidend wonen hetgeen niet in het bestemmingsplan is voorzien. Besloten wordt dit na te gaan en tijdig voor te bereiden.

Conclusie: het bedrijf kan de plannen met deze aanpassing uitvoeren. Voor de lange termijn is er nog geen duidelijkheid.