Hieronder vind je enkele opdrachten om te oefenen met waardeketens en businessmodellen. Deze kunnen globaal en diepgaand worden uitgevoerd. Overleg met de docent over de aanpak en maak een stappenplan alvorens elke opdracht uit te voeren.
Kies een regionaal product en analyseer de waardeketen van producent tot consument. Zoek op de website van het CIAT de handleiding van het LINK-model. Beschrijf volgens het LINK-model , de bedrijven in de keten, de partners van deze bedrijven en de ‘omgeving’ van het bedrijf. Teken de waardeketen. Geef ook aan wat de maatschappelijke (sociale en milieu) kosten en baten van de keten zijn. Verschillende groepen studenten kunnen dit voor verschillende producten doen.
Dezelfde opgave kun je uitvoeren voor een nieuw regionaal product: ontwerp daarvoor een waardeketen.
Kies een boer die regionale producten op de markt brengt. Neem een interview af met de boer en vul op basis van het interview en andere informatie die je verzamelt een businessmodel canvas van Osterwalder in. Je kunt deze opdracht uitbreiden door ook één of meer consumenten te interviewen en op basis van deze interviews een ‘waardepropositie’ (een dienst of een product) te ontwerpen die past bij het bedrijf van de boer.