2.3.1. Vraag naar verduurzaming

Ngo’s en bedrijfsleven hebben elkaar gevonden en treden steeds vaker samen op om verduurzaming in de keten en een hogere kwaliteit van voedsel tot stand te brengen. Zo wordt op mondiaal niveau door de Round Table on Responsible Soy (RTR S) een certificeringsysteem ontwikkeld voor duurzame soja, terwijl in Nederland de Dierenbescherming samen met de veehouderijsector het Beter Leven kenmerk tot stand bracht. Regionaal zijn er nieuwe samenwerkingsverbanden om een vitaal platteland te ontwikkelen,

 

De belangstelling voor duurzaam voedsel komt onder meer voort uit de maatschappelijke bewustwording dat het klimaat verandert en dat fossiele brandstoffen schaars worden. Daarbij komen steeds meer mensen tot het besef dat het huidige voedselsysteem heel veel ruimte in beslag neemt en afhankelijk is van energie voor de productie, verwerking en het transport van voedsel van producent naar consument. Daar komt bij dat een groot deel van de Nederlandse bevolking zich niet (meer) bekend en verbonden weet met de herkomst en productiewijze van zijn voedsel, waardoor het gevoel leeft dat men geen grip heeft op de kwaliteit van het eigen voedingspatroon, maar ook op de leefbaarheid van de omgeving en het welzijn van mens en dier. In het maatschappelijke en ook het wetenschappelijk debat komt ook de relatie aan de orde tussen de kwaliteit van voedsel en moderne gezondheidsproblemen zoals obesitas.

De vraag naar transparantie en verduurzaming van de voedselketen en het totale voedselsysteem neemt toe, al is niet altijd even duidelijk wat iedereen hieronder verstaat en wie welke rol hierin speelt.

Het toenmalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) zag een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten om samen met andere partijen als bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties bij te dragen aan duurzame voedselsystemen (zie o.a. de nota Duurzaam voedsel in 2009). Op regioniveau willen gemeentes, ondernemers en burgers een actieve rol spelen in de verduurzaming van de voedselketen, een gezonder voedingspatroon van inwoners, regionale voedselzekerheid, een sterke lokale economie en een sterkere sociale cohesie (Fontein R.J., Stuiver M., en Schrijver R., 2011).