2.10 Opdrachten voor hbo-studenten

 Regionale voedselproductie, succesverhalen, kansen & struikelblokken

Opdracht 1

Lees De 10 geboden van Goed Eten: Gij zult van dichtbij eten:  (18 maart 2014, 17:06)

Geef aan in hoeverre jij je achter deze 10 geboden kunt scharen; reflecteer onder meer op de gegeven onderbouwing en de (on)volledigheid van de lijst. Benoem waar jij staat, gelet op de 10 geboden en geef aan of dit een bewuste keuze is of niet. Wat is er voor jou nodig (wat moet er gebeuren/veranderen, etc.) om je aan die geboden te houden die je wenselijk acht.

We willen goed eten: duurzaam, diervriendelijk, gezond. En we willen lekker eten. Maar hoe? 'Geef ons heden ons dagelijks brood.' V neemt de lezer bij de hand en onderzoekt in een serie de 10 Geboden van Goed Eten. Vandaag het eerste gebod: Gij zult voedsel van dichtbij eten, want dat is beter voor het milieu. Was het maar zo simpel.

De 10 Geboden zijn:

  1. Eet lokaal.
  2. Eet biologisch of in ieder geval producten waarvoor geen of zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt.
  3. Eet minder en alleen diervriendelijk geproduceerd vlees.
  4. Eet producten waar geen E-nummers of andere vreemde stoffen aan zijn toegevoegd.
  5. Betaal meer.
  6. Kook zelf. Besteed dagelijks minimaal anderhalf uur aan uw eten.
  7. Eet aan tafel, samen met anderen.
  8. Probeer een deel van uw eten zelf te verbouwen, hoe klein dat deel ook is.
  9. Verspil geen eten.
  10. Eet lekker.

Opdracht 2

Selecteer drie verschillende regionale voedselinitiatieven. Geef aan wat de overeenkomsten en verschillen tussen deze initiatieven zijn en probeer een verklaring te vinden waarom zij juist voor een bepaalde strategie gekozen hebben. Onderbouw in hoeverre er bij deze initiatieven wel of geen sprake is van regionaal voedsel (streekproducten).

Geef aan / onderbouw welk initiatief volgens jou het meeste marktpotentie heeft en waarom. Geef voor de 2 andere initiatieven een onderbouwd advies om de marktpotentie te vergroten

Opdacht 3

Karakteristieken van enkele voedselinitiatieven. Bezoek de website van enkele voedselinitiatieven en geef een oordeel over het karakter van de initiatieven. Gebruik hiervoor de karakters uit onderstaande tabel en geef in de linkerkolom een score van 0 – 1 – 2 – 3 – 4.

Websites voedselinitiatieven:

 

Toelichting: In onderstaand overzicht is van ieder karakter de twee uitersten gedefinieerd. Geef van elk van de 6 initiatieven aan hoe zij daar op scoren.

 

 

Karakters

0

4

A

Sociaal

De verkoop gaat middels een webwinkel met bezorgservice.

De verkoop levert een bijkomend effect namelijk een gevoel van verbondenheid en sociaal contact of vrijwilligers die meehelpen.

B

Participatie

De consument heeft geen enkele binding met de producent.

Er is een verbintenis tussen de producent en de consument middels een abonnement, lening (Crowdfunding), of anderszins.

C

Commercieel

De onderneming werkt kostenneutraal.

De verkoop is gericht op winstmaximalisatie.

D

Productinnovatie

Het assortiment en of presentatie verandert niet.

producent komt met nieuwe producten of formules.

E

Persoonlijk

Consument en producent kennen elkaar niet.

Consument en producent kennen elkaar goed.

F

Marketing

Geen enkele uiting van PR.

het initiatief doet veel aan PR.

G

Lokaal

De verkoop is niet gebonden aan de plaats van de producent.

De fysieke afstand tussen consument en producent is klein en er is geen webwinkel met bezorgservice die buiten een straal van vijf kilometer reikt.

H

Communicatie

Communicatie is er niet of eenzijdig.

Er is direct en goed contact tussen consument en producent. Producent kent de wensen en eisen van de consument.