Bij het filmen is het beter veel korte(re) shots te maken dan lange shots. Je kunt de shots met de montage beter op elkaar aan laten sluiten. Lange shots worden als 'saai' ervaren.
Let bij het filmen op de achtergrondgeluiden. Ze zijn vaak sterker aanwezig dan je denkt en het kan een filmfragment waarin iemand iets zegt grondig verpesten.
Film heeft een eigen taal. Beelden kunnen iets anders zeggen dan de spreektaal. Hou hier rekening mee.
Zorg tijdens het filmen voor een juiste inkadering van het onderwerp. En hou daarbij rekening met de beeldtaal. Een close-up heeft als effect op de kijker betrokkenheid, een wide-angle shot juist afstand.
In Wikipedia is hier het volgende over te vinden:
"Filmische en fotografische beelden zijn begrensd door het kader. De kaderrand snijdt boven, onder, links en rechts een deel uit de werkelijkheid weg en benadrukt een fragment. In tegenstelling tot de cameraman, is de kijker zich daar minder van bewust, maar heeft de uitsnede op een 'onbewust' niveau een effect. Om de communicatie met de cameraman te vereenvoudigen bestaan er definities van deze cadrages. Afhankelijk van de afstand tussen camera en object en de zoominstelling, varieert de beeldgrootte van een big close-up (zeer nabije opname) tot een extreem long-shot (zeer ruime overzichtsopname)":
Orson Welles combineert in deze shot een Big close-up op de achtergrond met een knee shot op de voorgrond. Let op de deep-focusfotografie.