1.4

Opdracht 2

 

We bekijken een simulatie van het atoommodel dat in 1902 gepubliceerd werd door Joseph John Thomson.

•        Klik hier voor de site. Klik op de blauwe downloadknop om de simulatie te openen en kies vervolgens het tabblad 'Plum Pudding Atom', oftewel 'krentenbolmodel'.

 

 

 

 

 

•        Klik hier voor de site. Je kunt de simulatie starten door

in de simulatie op de rode knop te drukken, (zie figuur hiernaast).

•         Opmerking: het atoom in dit model heeft een doorsnede van 10-10 m.

 

 

•        Beantwoord de volgende vragen:

a

De bewegende deeltjes laten zien wat er zou gebeuren als dit model zou kloppen. Welke deeltjes worden gebruikt om het atoom mee te beschieten?

b

Wat stelt de rode 'wolk' voor in dit model?

c

Wat stellen de blauwe kleine bolletjes voor in dit model?

d

Wat valt op aan de baan van de bewegende deeltjes? Hint: vink het vakje 'show traces' aan.

e

Verklaar de term 'krentenbolmodel'.

Ga er bij je verklaringen vanuit dat er bij de interactie tussen de positief geladen alfadeeltjes en het atoom alleen een elektrische kracht werkt en er dus geen fysieke botsingen van deeltjes plaatsvinden!

 

In het krentenbolmodel zijn de positieve en de negatieve lading geheel uitgesmeerd over het atoom. Omdat positieve en negatieve ladingen tegen elkaar in werken is de netto lading overal nul.

f

Verwacht je, uitgaande van de bovenstaande kennis, dat de alfadeeltjes zullen afbuigen? Waarom wel, waarom niet?

De elektrische kracht tussen twee geladen deeltjes bereken je met de formule:

De betekenis van de symbolen in deze formule:

Fel = elektrische kracht (N)

f = een constante met de waarde 8,99*109 Nm2C-2

q1 = de elektrische lading van deeltje 1 (C)

q2 = de elektrische lading van deeltje 2 (C)

r = de afstand tussen de twee deeltjes (m)

g

Bereken hoeveel keer de kracht groter is als de geladen deeltjes zich op een afstand van 10-14 m van elkaar bevinden, vergeleken met deeltjes die 10-10 uit elkaar zitten.