4.8

Opdracht 17 - Foto-elektrisch effect bij het licht van een gloeilamp

Een gloeilamp is op een te lage spanning aangesloten en zendt daardoor geen wit licht uit, maar oranje-geel licht. De kleinste golflengte van het uitgezonden licht is 500 nm. Een deel van het licht valt op de kathode van een fotocel. Het kathodemateriaal heeft een grensgolflengte van 660 nm.

a

Bereken de uittree-energie van het kathodemateriaal.

b

Bereken de kinetische energie waarmee de elektronen de kathode verlaten.

c

Waarom hoef je hierbij alleen rekening te houden met de kleinste golflengte van het uitgezonden licht?

Met deze opstelling wordt het (I,UAK)-diagram hieronder bepaald. 

d

Heeft het invloed op het aantal elektronen dat per seconde de kathode verlaat als we er nog een zelfde gloeilamp bij zetten? Zo ja, hoe? Licht je antwoord toe.

e

Heeft de extra gloeilamp invloed op de snelheid van de elektronen die de kathode verlaten? Zo ja, hoe? Licht je antwoord toe.

f

Neem de bovenstaande figuur over en schets hierin de grafiek bij een twee keer zo grote lichtintensiteit.

 

Ga in de volgende opdrachten weer uit van een enkele gloeilamp. De gloeilamp wordt aangesloten op een hogere spanning en zendt nu wit licht uit met 380 nm als kleinste golflengte.

g

Beantwoord voor deze situatie de vragen d en e.

h

Welk gegeven heb je nodig om ook de grafiek van deze situatie te tekenen?