In de NS film uit hoofdstuk 2 hoor je een geluidsopname van iemand die een kaartje koopt voor een rondreis. Het maken van een audio-opname is één van de manieren om een ontwerp te testen. Op die manier hoor je waar een tekst niet logisch is, of een knop niet doet waarvoor hij bedoeld was.
Eigenlijk is de NS film een combinatie van twee manieren om te testen. Je hoort aan de aarzeling van de proefpersoon of iets duidelijk is. Je ziet aan de beweging van de cursor of de navigatie binnen het systeem duidelijk is. Wil je de bewegingen van de cursor registreren, dan heb je daarvoor speciale software nodig. Je kunt echter ook met een videocamera de bewegingen van de proefpersoon registreren. Ook dan wordt duidelijk wanneer de proefpersoon aarzelt of zich verbaast wanneer een knop toegang geeft tot een scherm dat hij of zij niet verwachtte.
Als je niet in de gelegenheid bent om een audio- en/of video-opname te maken, kun je ook met pen en papier registreren hoe je proefpersoon reageert. In alle gevallen moet je van te voren goed bedenken hoe je de reacties gaat vastleggen. Omdat je meer dan één proefpersoon wilt laten testen, moet je ervoor zorgen dat je een overzichtelijk geheel houdt.
In het voorbeeld van de NS heeft de proefpersoon de opdracht gekregen een rondreis te kopen. Het vertrekstation was gegeven, als ook de zogenaamde via-stations. Je hebt aan een de audio-weergave gehoord dat niet alle schermen voor zich spraken. Hoe ga je de reactie nu registreren? Je kunt natuurlijk je eigen systeem ontwerpen. In dit voorstel wordt het taakmodel uit hoofdstuk 3.3 als uitgangspunt genomen. De kolomnamen komen overeen met de tekst in de rechthoekjes van het taakmodel.
In dit taakmodel zie je welke schermen door de proefpersoon zijn bekeken. In bijgaand evaluatieformulier kun je nu per proefpersoon noteren welk scherm een bepaalde reactie oproept.
In dit formulier zijn alleen die schermen opgenomen waar de proefpersoon in de film moeite mee had. Je zult meer formulieren en meer kolommen nodig hebben, afhankelijk van de situatie die je proefpersonen laat naspelen. Zo'n situatie noemen we een scenario.