8.1 Enigma verraden

In de jaren twintig was Rudolf Schmidt in het Duitse leger opgeklommen totchef-staf van het verbindingskorps. Hij was degene die de beslissing nam om het Enigma-cijfer in te voeren. Rudolf had een oudere broer, Hans-Thilo, die heel wat minder succesvol in zijn leven was geweest. Na de Eerste Wereldoorlog was Hans-Thilo uit het leger ontslagen en zijn handel ging failliet bij het naderen van de naoorlogse depressie. Berooid vroeg hij zijn broer om hulp en kreeg een baantje bij de Chiffrierstelle. Dit was een topgeheime instelling en het commandocentrum van Enigma. Hans-Thilo moest zijn gezin achterlaten en woonde alleen in Berlijn, verbitterd en vol wrok door alle ellende die zich over hem had uitgestort.
Hans-Thilo Schmidt wist de hand te leggen op twee geheime documenten, een soort gebruiksaanwijzing voor de Enigma, waaruit af te leiden was hoe de bedrading binnen de scramblers liep en hij verkocht deze informatie voor 10.000 Mark aan een geheime Franse agent.

 

Reflectie

Dankzij het verraad van Hans-Thilo Schmidt beschikten de geallieerden over voldoende informatie om de Enigma na te maken. Konden de geallieerden daarmee ook alle Duitse militaire berichten ontcijferen?

klik hier

 

De Franse geheime dienst was na de oorlog niet op volle sterkte gebleven, een verschijnsel dat in de geschiedenis vaker voorkwam bij landen die zich veilig waanden. Het Bureau du Chiffre nam niet de moeite de Enigma na te bouwen omdat men ervan uitging dat zonder sleutel de berichten toch niet te ontcijferen waren. De Polen, die de Duitsers als een grote bedreiging van de nieuwe zelfstandige natie beschouwden, waren echter wel voldoende gemotiveerd en als bondgenoot van de Fransen kregen ze de beschikking over de documenten.