8.1 Deodorant

Groepsopdracht: Deodorant

 

Deodorant gebruik je tegen zweet. Zweet komt 24 uur per dag uit kliertjes over het hele lichaam. Vooral in de oksels en op de voetzolen is het aantal zweetklieren erg groot. Vers zweet is op zich reukloos. Maar op de huid zijn altijd bacteriën aanwezig. Als het zweet op de huid in aanraking komt met zuurstof zorgen deze bacteriën voor een omzetting waardoor een sterke geur ontstaat. Er zijn deodoranten die alleen de geur van zweet bestrijden en er zijn deodoranten die ook de zweetproductie beperken, waardoor oksels droger blijven.

1. Zoek in tweetallen een ingrediëntenlijst van een deodorant op. Zoek ook uit waarvoor de ingrediënten dienen (gebruik hiervoor internet). Werk dit uit in jullie portfolio. Als je geen ingrediëntenlijst kan vinden, gebruik dan de volgende (Engelstalige) lijst:

butane, cyclometicone, aluminiumchlorohydrate, silvercitrate, persea gratissima oil, octyldecanol, aqua, citric acid, dimethicone, distearmonium hectorite, geraniol, parfum.

2. Er bestaan ook natuurzuivere deo's die zijn gemaakt van aluin. Aluin is een verzamelnaam voor een aantal chemische verbindingen waarin sulfaten voorkomen. Kort gezegd, wanneer je een paar aluinkristallen in water doet, en goed schudt, dan heb je je eigen deodorant gemaakt.