Inleiding

Forensisch onderzoek is wetenschappelijk onderzoek. Het doel van forensisch onderzoek is om een analyse te maken van gebeurtenissen rond een misdrijf, en de sporen die daarbij zijn achtergelaten te analyseren. Op deze manier probeert men de vraag te beantwoorden wat zich op de plaats van een misdrijf (ook wel de plaats delict) heeft afgespeeld.

figuur 1: forensische recherche bron: http://farm3.staticflickr.com/2539/4237738688_2eda9dfb34.jpg?

Figuur 1. Forensische opsporing.
(http://www.flickr.com/photos/sandien/4237738688/sizes/m/in/photostream/)

 

 

Figuur 2. Forensisch onderzoekers aan het werk.
(http://www.forensischinstituut.nl/Images/consumentenvuurwerk-436px_tcm119-446866.jpg)

Forensisch onderzoek maakt deel uit van een ingewikkeld rechtssysteem. En in een goed functionerend rechtssysteem is het van groot belang dat de dader wordt veroordeeld, en niet iemand die onschuldig is. Niemand mag het slachtoffer worden van een gerechtelijke dwaling.

Lekker genieten van een strakke televisieserie is geen bezwaar, maar je moet wel weten dat de werkelijkheid er veel ingewikkelder uitziet. Om dit te bereiken, zou het geen kwaad kunnen om af en toe geconfronteerd te worden met een misdaadserie die wél dicht bij de praktijk staat. In deze module gaan we daar aan werken. De centrale vraag in deze module is: hoe maak je een televisieserie over forensisch onderzoek realistisch (en toch spannend)? Bij de eindopdracht van deze e-klas ga je echt met deze vraag aan de slag.

Voordat je aan deze opdracht kan gaan werken, moet je het een en ander weten over forensisch onderzoek. In de komende lessen (les A t/m J) komen daarom allerlei vragen aan bod. Wat is forensisch onderzoek? Hoe worden vingerafdrukonderzoek, haaronderzoek en bloedsporenonderzoek uitgevoerd? Wat is een DNA-profiel? En hoe bepaal je of iemand werkelijk de dader is?


Groepsopdracht

Ongetwijfeld weet je al het één en ander over forensisch onderzoek door de televisie. Bekijk een aflevering van een misdaadserie, bijvoorbeeld CSI, 24 of Numb3rs. Iedere persoon in de groep concentreert zich op één van de personages.

Open je werkdocument theorie en vul bij het hoofdstuk Inleiding het schema in. Vermeld welke forensische techniek(en) je personage toepast. Beschrijf wat je weet van de gebruikte techniek(en) en of de betreffende scènes volgens jou realistisch zijn.


Werkdocument theorie: Inleiding