D-toets

Doelstellingen

In deze cursus heb je het volgende geleerd:

Doelstelling 1. Je moet kunnen beschrijven wat wordt bedoeld met forensisch onderzoek.
Doelstelling 2. Je moet kunnen beschrijven welke rol forensisch sporenonderzoek inneemt in het strafrechtelijk onderzoek en welke rol getuigenverklaringen vervullen.
 
Doelstelling 3. Je moet kunnen beschrijven wat het verschil is tussen biologische en niet-biologische sporen.
 
Doelstelling 4.Je moet een eenvoudig vingersporenonderzoek kunnen uitvoeren. Ook moet je het doel van een vingersporenonderzoek kunnen beschrijven.
 
Doelstelling 5.Je moet een eenvoudige (digitale) databank kunnen maken van vingerafdrukken van een groep mensen.
 
Doelstelling 6.Je moet een haarpalet kunnen maken van een persoon en een eenvoudig haaronderzoek kunnen uitvoeren. Ook moet je het doel van haaronderzoek kunnen beschrijven.
 
Doelstelling 7.Je moet de luminolproef kunnen beschrijven. Ook moet je kunnen aangeven wat de beperkingen van deze methode zijn.
 
Doelstelling 8.Je moet kunnen aangeven welke informatie een bloedspat kan geven en je moet een experiment met een bloedspoorpatroon kunnen opzetten en uitvoeren.
 
Doelstelling 9.Je moet kunnen beschrijven wat forensisch DNA-onderzoek is en kunnen beschrijven welke rol forensisch DNA-onderzoek vervult in de rechtspraak. Ook moet je het doel van forensisch DNA-onderzoek kunnen beschrijven.

Doelstelling 10. Je moet een eenvoudige DNA-isolatie kunnen uitvoeren.

Doelstelling 11. Je moet kunnen omschrijven wat een DNA-kenmerk is en wat een volledig DNA-profiel is.
 
Doelstelling 12. Je moet bij een gegeven DNA-profiel de frequentie van een DNA-kenmerk-combinatie kunnen afleiden.
 
Doelstelling 13. Je moet bij een gegeven DNA-profiel van dader, verdachte en slachtoffer kunnen afleiden, wanneer er sprake is van een match. Ook moet je kunnen afleiden wat de kans is dat iemand anders bij toeval eenzelfde DNA-profiel bezit.
 
Doelstelling 14. Je moet kunnen omschrijven wat de bewijskracht is van een positieve identificatie bij (DNA-)sporenonderzoek.
 
Doelstelling 15. Je moet een reconstructie van een kogelbaan met behulp van een simulatieprogramma kunnen uitvoeren.
 
Doelstelling 16. Je moet de a posteriori kansverhouding zelf kunnen opstellen en uitrekenen voor een gegeven situatie.
 
Heb je alles begrepen? Open in het onderdeel 'Opdrachten en Toetsen' het bestand 'D-toets modelleren' en maak de diagnostische toets.