Botten kunnen op verschillende manieren aan elkaar verbonden zijn. We leren je vier verschillende manieren van botverbindingen.
Vergroeid
Het heiligbeen is een groot bot wat er niet altijd zo heeft uitgezien. Als je goed kijkt dan zie je dat het heiligbeen lijkt op een aantal wervels die helemaal aan elkaar vast zijn gegegroeid. Er is geen beweging mogelijk. Toen de mens er nog anders uitzag hebben deze vastgegroeide wervels los gezeten, maar omdat een mens geen staart heeft waarmee hij bijvoorbeeld wil kwispelen, zijn de botten eeuwen geleden al aan elkaar vastgegegroeid.
Naadverbinding
De schedel van en mens bestaat bij de geboorte uit verschillende losse schedeldelen. Dat is niet voor niks. Tijdens de geboorte moet de schedel door de kleine opening van het geboortekanaal. De schedeldelen schuiven tijdens de geboorte over elkaar heen, waardoor het hoofdje van de baby tijdelijk anders van vorm is.
Na de geboorte schuiven de schedeldelen terug op hun plek en
groeien aan elkaar vast door middel van een naadverbinding.
Kraakbeenverbinding
Op een aantal plekken in het lichaam zitten botten aan elkaar vast door een kraakbeenverbinding. Bij een kraakbeenverbinding is nog een beetje beweging mogelijk, omdat kraakbeen flexibel is. Voorbeelden van kraakbeenverbindingen zijn:
- de wervel die verbonden is met een andere wervel
- de ribben die verbonden zit aan het borstbeen