Tijdens een kampeervakantie in Winterswijk struikelt Tom over een steen en breekt zijn been. De steen blijkt niet alleen een struikelblok, maar ook een aantal fossielen te bevatten. Hij neemt de steen mee en gaat samen met z'n oom Tom op zoek naar de herkomst en de ouderdom van die fossielen. De steen blijkt afkomstig uit de groeve van Winterswijk, één van de weinige plaatsen in Nederland waar gesteenten en fossielen vlak aan de oppervlakte te vinden zijn.
Ze ontmoeten wetenschappers die zich in de geologie, evolutiebiologie en astronomie bezig houden met de vraag hoe je de ouderdom van fossielen, gesteenten en materie kunt bepalen.
Vanuit de wetenschapsfilosofie kijken ze wat hun zoektocht heeft opgeleverd over de vragen die wetenschappers stellen in het onderzoek naar de oorsprong van de kosmos, de aarde en het leven.