arrangement teken, tekenbeten en ziekte van Lyme
Teken zijn kleine spinachtige beestjes die vooral in bomen en struiken zitten. Ze variëren in grootte van een halve tot enkele millimeters. Ze worden zelden groter dan een centimeter. Teken zijn parasieten. Ze leven van bloed dat ze opzuigen bij mensen en dieren. Uitgebreide info vind je in de link hier boven. Hieronder wat korte info.
Sommige teken zijn besmet met een bacterie, die via een beet kan worden overgebracht op mensen. Op deze manier kan men de ziekte van Lyme (Lyme’s disease) oplopen.
De ziekte van Lyme komt in Nederland vaak voor. Gemiddeld 14 procent van de teken is besmet met Lyme. Uit een enquête van het RIVM uit 1994 bleek dat in dat jaar 33.000 Nederlanders hun huisarts bezochten vanwege een tekenbeet. Van hen kregen 6500 de ziekte van Lyme. In 2005 waren deze aantallen opgelopen tot 73.000 bezoekjes en 17.000 geconstateerde besmettingen.
De belangrijkste risicofactor op besmetting is de tijd die de teek op de huid doorbrengt. De teek moet meestal eerst een paar uur rondkruipen om een geschikte plek te vinden. Eenmaal genesteld begint hij zich vol bloed te zuigen. Dat duurt wel 24 tot 78 uur. Pas tegen het einde ervan worden, als de teek ze bij zich draagt, de ziekmakende bacteriën overgebracht. Als de teek binnen 24 uur wordt verwijderd, bestaat er dus nauwelijks gevaar voor besmetting, maar daarna wordt de kans op Lyme groter.
Teken zitten meestal in lage vegetatie, zoals struiken en hoge grassen, en soms ook in bomen. Vaak wordt verteld dat teken zich uit een boom kunnen laten vallen zodra een wandelaar passeert, maar volgens verschillende bronnen is dit een fabeltje.
Wel staat vast dat teken graag op plaatsen gaan zitten waar de huid zacht, vochtig en warm is. Je kunt ze aantreffen achter de oren in de haren, tussen huidplooien, tussen tenen en vingers, in de knieholte, onder de elastiek van ondergoed of kousen, maar ook op andere plaatsen.
Volgens Wageningse onderzoekers worden 41 procent van de tekenbeten opgelopen in het bos en 31 procent in de eigen tuin, dus ook bij het tuinieren loop je risico. Ook in duinen zijn veel teken te vinden.
Tekenbeten komen het vaakst voor als het een beetje warm en vochtig is. Bij temperaturen onder de 5-10 graden Celsius zijn ze nauwelijks actief.
De meest riskante gebieden in Nederland zijn de Flevopolder, het Gooi, de regio Arnhem-Apeldoorn, Zeeland en het noorden van Limburg. Vooral de Flevopolder is berucht: wandelaars die daar van de paden afwijken, kunnen soms meer dan 100 tekenbeten oplopen.
In België is de kans op een tekenbeet het grootst in het oosten van Vlaanderen en Wallonië.
Wijk nooit van de wandelpaden af en vermijd contact met struikgewas en hoog gras. Zorg ervoor dat alle lichaamsdelen bedekt zijn. Draag dus geen korte broek en korte mouwen. Stop in risicogebieden desnoods de broekspijpen in de sokken. Teken kunnen namelijk zelfs door de kleinste openingen naar binnen kruipen. Controleer ‘s avonds na verblijf in de natuur de huid op de aanwezigheid van teken. Zoals gezegd kunnen ze bijna overal zitten.