Als twee leerlingen een opleiding in het groen gaan volgen, dan is het mogelijk dat de ene leerling nog nooit iets in het groen heeft gedaan. De andere leerling heeft al wel eens gewerkt bij een kweker en bij een hovenier. Deze leerling kent al wat namen van planten. En maait thuis het gras en onderhoudt de tuin. Ze hebben een verschil in voorkennis.
Beide leerlingen willen op de school een diploma hovenier niveau 2 halen.
Ze moeten beide studeren en oefenen in de praktijk, maar de ene leerling moet meer leren dan de andere.
Bij het maken van een onderhoudsplan of ontwerp in een tuin, park, of landschap gaat het ook zo. Allereerst vraag je je af;
•Wat heb ik? Je kunt kijken naar grondsoort, hoe groot is het perceel, is de plek in de schaduw of vol in het zonlicht, is er veel of weinig wind?, is de bodem voedselrijk of arm?, is de grond droog of nat? We noemen dit een inventarisatie.
Bij een onderhoudsplan wordt ook gekeken naar de functie van een beplanting.
De functie van een heg kan zijn dat de buren niet in je tuin kunnen kijken, maar een heg kan ook dienen om de wind tegen te houden bij een moestuin. Als afscheiding met de buren is een heg van 2 meter hoog nodig. Om wind tegen te houden, voldoet een heg van 1,5 meter prima.
De tweede vraag is:
•Wat wil ik? (Eindbeeld) Hoe moet de boom, struik, heg, tuin, het park het landschap er over bijvoorbeeld 10 jaar uit zien?
Als je op de eerste 2 vragen antwoord hebt, dan kun je de derde vraag
•Wat moet ik? (Beheer) beantwoorden!
Voorbeeld 1:
Stel: ik heb: een heg van 1,5 meter hoog. functie is afscheiding met de buren.
Ik wil: een heg van 2 meter hoog
ik moet: zijkanten knippen en de heg naar 2 meter hoogte begeleiden.