Kleine planten worden groot.
Als je een hazelaarstruik koopt, dan is het een klein plantje van 80 centimeter hoog met een paar dunne takjes. De plant is volgroeid een struik van met gemak 6 meter hoog en ook breed. Dus op een perceel van 6 bij 6 meter groeit 1 volwassen hazelaar. Maar als we bosplantsoen planten, zetten we de planten vaak op 1 meter in de rij en 1 meter tussen de rij. We planten er dus 36, terwijl er maar 1 volwassen plant past. Waarom doen we dit?
De planten die we na verloop van tijd gaan weg zagen, noemen we wijkers. De planten die mogen blijven staan noemen we blijvers.
Als je maar 1 plant, de blijver, zou planten, dan duurt het lang voordat de plant 6 meter hoog is. Omdat er zonlicht op de grond valt, zullen er onkruiden gaan groeien. Die onkruiden wil je verwijderen en dat kost geld. Met een bosmaaier kun je een derelijk perceel snel uitmaaien, maar door te maaien krijg je grassen. Grassen zijn moeilijker te bestrijden dan onkruiden. Door ook wijkers te planten, zullen de blijvers concurrentie krijgen. Ze gaan sneller groeien. Hierdoor krijg je eerder het beeld wat je bij het ontwerp in gedachten had.