In Thema 3 (organen en cellen) van vorig jaar heb je geleerd dat organismen zijn opgebouwd uit cellen. Een mens bestaat uit wel 50 tot 100 biljoen cellen.
Opdracht 15:
Beantwoord de volgende vragen:
Geef de definitie van een cel
Hoe wordt een groep dezelfde samenwerkende cellen genoemd?
Wat is een orgaan?
Hoe noem je het orgaanstelsel die ervoor zorgt dat je voedsel verteerd?
Noem 10 verschillende soorten cellen waaruit bovenstaand stelsel is opgebouwd