Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan, wat een aardbeving is en waar op aarde aardbevingen voorkomen.

Aan de slag
Stap Activiteit

Stap 1

Je leert hoe aardbevingen kunnen ontstaan. Je bekijkt video's over het ontstaan van een aardbeving en een tsunami. Je beantwoordt vragen over de leerstof.

Stap 2

Je leert wat de begrippen epicentrum en hypocentrum betekenen. Je beantwoordt vragen over aardbevingen o.a. in Nederland, je zoekt er informatie over op. Tenslotte lees je in de Kennisbank over de oorzaak van aardbevingen in Groningen.

Stap 3

Je bekijkt een website over aardbevingen. Je maakt er een oefening over.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

Hier vind je begrippen die te maken hebben met aardbevingen.

Eindopdracht A

In deze stap maak je een toets.

Eindopdracht B

Je gaat een eindproduct naar keuze maken waarin je een aantal begrippen over aardbevingen verwerkt.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een Bosatlas nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Afhankelijk van de keuze van het eindproduct kun je meer of minder tijd nodig hebben. Overleg met je docent.