Het onderstaande schema wordt gebruikt tijdens het beoordelen van de presentatie. Gebruik dit ook in het voorbereiden van de presentatie.
|
Onvoldoende |
Voldoende |
Goed |
Uitmuntend |
Opening |
De leerling geeft niet aan waarom hij of zij voor dit onderwerp gekozen heeft. |
|
De leerling geeft duidelijk aan waarom hij of zij dit onderwerp een nuttig onderwerp vinden |
|
Opmaak, indeling |
De indeling van de presentatie is onduidelijk, de opmaak is slordig en/of slecht leesbaar. |
De indeling van de presentatie is onduidelijk, de opmaak is net en duidelijk leesbaar. |
De presentatie heeft een duidelijke indeling, de opmaak zet er netjes uit en is goed leesbaar. |
|
Relevantie |
Er is geen koppeling naar het dagelijkse leven en er worden geen argumenten benoemt voor het uitdiepen van dit onderwerp |
Er is geen koppeling gemaakt naar het dagelijkse leven of de beargumentering voor het uitdiepen van dit onderwerp is niet duidelijk. |
De koppeling naar het dagelijkse leven is aanwezig, er wordt beargumenteerd waarom dit onderwerp uitgediept moest worden. |
De koppeling naar het dagelijkse leven is duidelijk aanwezig, er wordt goed beargumenteerd waarom dit onderwerp uitgediept moest worden. |
Onderzoeksstappen |
De stappen in het onderzoeksproces worden niet benoemd, het is onduidelijk waarom het onderzoek op deze manier is uitgevoerd. |
De stappen in het onderzoeksproces worden neergezet, er wordt redelijk toegelicht waar elke stap voor dient. |
De stappen in het onderzoeksproces worden duidelijk neergezet, er wordt toegelicht waar elke stap voor dient. |
|
Presentatie resultaten |
De resultaten zijn onoverzichtelijk weergegeven. Er wordt niet of nauwelijks ingegaan op wat die resultaten nu betekenen. (wat er te zien is) |
|
De resultaten zijn overzichtelijk weergegeven. Opvallende zaken worden benoemd. |
De resultaten zijn overzichtelijk weergegeven. Opvallende zaken worden toegelicht. Logische vervolgstappen voor het huidige onderzoek of toekomstig onderzoek worden benoemd. |
Conclusie |
Er wordt geen antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Onduidelijk is wat we nu allemaal mee moeten nemen uit dit onderzoek |
Er wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Onduidelijk is wat we nu allemaal mee moeten nemen uit dit onderzoek |
|
Er wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Vervolgens wordt de conclusie uit de resultaten benoemd. Er wordt een verband gelegd met de relevantie van het onderwerp. ( wat is voor ons allemaal nu relevant aan de conclusie?) |
Afsluiting |
De groep als geheel kan vragen niet beantwoorden |
|
Leerling speelt goed in op vragen, groepsleden vallen bij om te helpen indien de presentator er niet volledig uitkomt. |
|
Bronnen |
Er is niet duidelijk verwezen naar de gebruikte bronnen, de betrouwbaarheid van de bronnen is onduidelijk. |
|
Er wordt verwezen naar de bronnen. Daarnaast is de betrouwbaarheid van de bronnen duidelijk. |
Er wordt veelvuldig en duidelijk verwezen naar de bronnen. Het is duidelijk wat de relevantie van de bronnen is. Daarnaast is de betrouwbaarheid van de bronnen duidelijk. |