Een taart wordt in 8 stukken gesneden. Jij krijgt deel. Dat noem je een breuk. Een breuk bestaat uit:
Je kunt breuken alleen optellen en aftrekken als ze gelijknamig zijn. Dat betekent dat de noemers gelijk moeten zijn.
Je kunt breuken vermenigvuldigen door zowel de teller als de noemer met elkaar te vermenigvuldigen.
Je kunt breuken op elkaar delen door de tweede breuk om te draaien en ze dan te vermenigvuldigen.
Breuken vereenvoudigen |
|||
Breuken optellen |
Breuken vermenigvuldigen |
Samengestelde breuken verm. |
Breuken delen |
Breuken aftrekken |