4.2 Grafieken

Een grafiek is een tekening in een assenstelsel. Het assenstels bestaat uit een horizontale (= liggende) rechte lijn en een verticale (= staande) rechte lijn. De rechte lijnen zijn onderverdeeld: er staan getallen langs. Je noemt die lijnen de assen. De horizontale as is de X-as en de verticale as heet Y-as. Het snijpunt van de twee assen heet de oorsprong. Vaak zet je daarom de letter O bij dat snijpunt.

Je kunt grafieken gebruiken om een beeld te krijgen van bepaalde gegeven en om gegevens met elkaar te vergelijken. Deze grafieken worden gebruikt om een beeld te krijgen van bepaalde gegevens om die makkelijk met elkaar te vergelijken. 

De blauwe lijn is een stijgende lijn.
De rode lijn is dalend.

 

Voor een grafiek heb je data nodig. Die haal je uit een tabel.
Als je een grafiek moet tekenen bij een formule, dan maak je eerst een tabel bij de formule.

Bijvoorbeeld:

Dag 2 3 4 5 6 7
gewicht 4 8 3 5

 

1. Maak een assenstelsel

2. Kies een geschikte verdeling van de getallen langs de assen

3. Teken de punten

4. Teken een vloeiende lijn door de punten

Van formule naar grafiek
Hoe kom je van een tabel tot een grafiek

Tabellen en grafieken (wat en waar is wiskunde)

Assenstelsel en coordinaten