Gepersonaliseerd leren: niveau 3

Differentiatie in niveaugroepen over lesgroepen heen.

Belangrijkste verschil met het niveau 2 van Gepersonaliseerd leren is dat hier de groep niet bijeen blijft.
Bij deze vorm van differentiatie wordt er zo veel mogelijk aangesloten op de individuele leerbehoeftes en -niveaus van de leerlingen in de groep. De leerkracht fungeert hierbij als begeleider van het leerproces van de leerlingen.

Een effect waarop geanticipeerd moet worden is dat de verschillen tussen de leerlingen steeds groter worden, waardoor er nog meer gedifferentieerd moet worden. Ook kan het Matteüseffect optreden: leerlingen die goed kunnen leren, worden nog beter omdat zij in niveaugroepen met andere goede leerlingen zitten waaraan ze zich kunnen optrekken.

Een valkuil van deze vorm van differentiatie kan zijn dat men de zwakkere leerlingen in de groep hiermee een stimulans ontneemt om beter te presteren.

Bron: Wikipedia