Achtergrond

In veel gevallen moeten we een hoeveelheid kennis paraat hebben, die je daarvoor uit je hoofd moet leren. Dat kan zijn bij talen om de woordenschat uit te breiden, naamvallen en voorzetsel bij Duits, hoofdsteden bij aardrijkskunde, jaartallen bij geschiedenis.

Met ICT zijn er digitale oefenprogramma’s bij gekomen, waarmee leerlingen zichzelf kunnen overhoren.