Bij verlichting zijn er 2 types.
De eerste is 230 Volt. Zie afbeelding, het systeem boven. Voor tuinverlichting zijn grondkabels te gebruiken. Deze kabels zijn geaard. Daarnaast zit er rond de kabels een extra stevige beschermhuls. Plaats de grondkabel liefst 60 centimeter onder de grond. Dit om beschadigingen bij spitwerk te voorkomen. Ook is het handig om bij de plek waar de tuinlamp wordt aangesloten een extra stuk kabel in een lus te leggen. Je kunt bij verplaatsing op kleine afstand de lamp verzetten.
Het andere systeem is zwakstroom. Dit is een systeem waarbij buitenverlichting op een lage spanning werkt. 230 volt wordt via een transformator omgezet in 12 volt gelijkspanning. Zie afbeelding, systeem onder. De kabels zijn dun, dus makkelijk te verwerken. Als de kabel geraakt wordt, dan heb je geen last dat er in de meterkast een stop doorslaat. Nadeel is dat de kleine draden niet opvallen en snel beschadigen.
Aanleg van verlichting wordt vaak uitbesteed aan electriciens. In de link info over het plaatsen van verlichting.