Vanaf maart ontwaakt de vijver uit zijn winterslaap. De groei van de planten begint en de vissen worden weer actief. Dan is ook het ogenblik gekomen voor de jaarlijkse grote schoonmaak en voor de volgende maatregelen:
1. De waterkwaliteit controleren.
Controleer de zuurtegraad. Vijvers hebben een hoge zuurgraad. Er is speciale vijverkalk die je kunt gebruiken om de Ph te verhogen. en indien nodig bijstellen.
Controleer ook de hardheid van het water. Er zijn speciale kits om de Ph en de hardheid te meten. De belangrijkste waterwaarden voor vijverwater zijn:
- de totale hardheid (GH-waarde)
- de karbonaathardheid (KH-waarde)
Door te zorgen dat het vijverwater de juiste waterwaarden heeft, kan er in de vijver een goed biologisch evenwicht ontstaan.
De totale waterhardheid (GH-waarde), de karbonaathardheid (KH-waarde) van de vijver kunnen eenvoudig gemeten en zonodig op het juiste niveau gebracht worden. Veel vijvers hebben een te lage totale waterhardheid en te lage karbonaathardheid. Hierdoor groeien de zuurstofplanten niet goed en wordt de vijver makkelijk troebel en groen. |
Achtergrondinformatie over hardheid van water zie je in onderstaande link.
2. Waterplanten delen en planten.
Waterlelies zijn na een paar jaar vaak te snel gegroeid. Bladeren die niet meer drijven maar boven het wateroppervlak uitsteken, hebben plaats- en lichtgebrek en 'rekken zich' om zoveel mogelijk zonlicht te vangen. Dit is het moment om ze te delen. Doe dit niet te vroeg in het voorjaar maar eerder eind mei of begin juni.
Resten van moerasplanten kun je nu ook wegsnijden. Controleer ook of er nog voldoende zuurstofplanten zijn. Sommige waterplanten (vederkruid, waterpest) geven stoffen af die de groei van algen afremmen. Ze zijn dus onmisbaar in een vijver. Het biologisch evenwicht is heel belangrijk in een vijver. Voor meer informatie zie de volgende link.
3. Schoonmaken.
Rottend plantenmateriaal dat in of op het water drijft kun je wegscheppen. Als je dat niet doet, dan zakt het materiaal naar de bodem en gaat verrotten. Dit verrottingsproces is zeer slecht voor vissen, omdat er methaangas vrij komt bij dit proces. Als er een dikke sliblaag op de bodem is gekomen door slecht onderhoud dan is het een optie om de vijver leeg te pompen en de sliblaag te verwijderen. Dit is een grote ingreep, maar wel noodzakelijk.
4. Vissen voeren.
Wanneer de watertemperatuur boven de 12°C stijgt, mag je de vissen beginnen te voeren.
5. Het filter controleren en eventueel schoonmaken.
Er zijn verschillende soorten filters.
A. Opvang vuil. Deze filters halen rotzooi uit het water.
B. UV Filters. Via Ultraviolette straling worden draadalgen bestreden.
C. biologische filters. In deze filters zitten bacterien, die draadalgen bestrijden.
Meer info over filters en het onderhoud op onderstaande link.