vissen

Niet te veel vissen.
Om het evenwicht in de vijver niet te verstoren kunnen we niet onbeperkt vissen in het water doen. Voor maximum aantal hebben we een richtlijn opgesteld, als u zich daaraan houdt zullen de vissen de vijver niet vertroebelen:
De eerste 5 m2 wateroppervlak: 2 vissen per m2. (=10 vissen) 

Iedere volgende 5 m2 wateroppervlak: 2 vissen per 5 m2.
In een vijver van 20 m2 wateroppervlak mogen dus maximaal: 10 plus 3x2= 16 vissen.
We gaan dan uit van vissen van ongeveer 10 cm lengte.

Vissen voeren.
Als u de maximale aantallen vissen aanhoudt die hierboven zijn genoemd, hoeft u niet te voeren. De vijver levert voldoende voedsel op voor de vissen, o.a. muggenlarven, insecten en wormen. Alleen als het erg warm is mag er iets gevoerd worden, maar altijd heel weinig. Als het water kouder wordt helemaal niet meer voeren. Nooit met brood voeren omdat er reuzel (vet) in zit. Regenwormen mogen wel worden gevoerd evenals tubifex, zelfs in de winter.