groepen van aantasters

Een plaag wordt meestal veroorzaakt door een insect. Denk aan het opeten van een blad door een rups. Door een plaag kan een plant eerder ziek worden. Ziekten worden vooral veroorzaakt door schimmels.

Ziekten en plagen kunnen we in 7 groepen verdelen.

1. grotere dieren. Denk aan schade door mollen en wilde zwijnen.

2. insecten. Insecten hebben 6 poten. Schade kun je weer in 3 groepen verdelen.

A. vraatschade. Denk aan het elzenhaantje (kever) en rupsenvraat.

B. mineren. Dit zijn kleine gangen in het blad. Voorbeelden hulstvlieg en paardekastanjemot.

C. vocht uit cellen prikken. Denk aan bladluizen.

3. Mijten en spinnen. Deze hebben 8 poten. Denk aan spint en bloedluizen.

4. Schimmels. De schimmel groeit bij warm en vochtig weer het best. Voorbeeld is meeldauw. Ziektes kunnen zich op verschillende manieren openbaren; roestvlekjes op het blad, wit pluis op het blad, wonden en woekeringen op takken en zelfs afsterven van de gehele plant.

5. Bacterien. Bacterievuur is een voorbeeld. Bacterien geven vaak verwelking of afsterving van plantendelen.

6. Virussen. Geven een verkleuring van blad of bloem. Voorbeelden rembrandtulpen en parkiettulpen. Ook de bontbladige kindje op moedersschoot is besmet met een virus....

7. Aaltjes. voorbeeld aardappelmoeheid. Door het aanprikken van wortels zal de zieke plant slecht groeien. Sommige aaltjes kunnen zich in de plsant verspreiden en zich daar vermeerderen. Ook bij deze aantasting zie je een slechte groei.

Hieronder meer info over de verschillende aantasters.

 

mol

elzenhaantje

paardekastanje mineermijnmot

bladluis

taxuskever of lapsnuitkever

virus

aaltje. Aardappelmoeheid

bacterievuur

vruchtboomkanker

meeldauw

roest (schimmel)