Extra opgaven 1.1

Maak de volgende opdrachten in je Word document.

 Webopgave 48

Waarom noemen we de beweging van de zon ‘schijnbaar’?

 Webopgave 49

In onderstaande figuur zie je dat de zon op 21 juni in de stad Loppa niet ondergaat.

In de figuur hieronder zie je een schets van de aarde op die dag met daarop de positie van Loppa.

  1. Leg met behulp van de figuur hierboven uit dat de zon op 21 juni in Loppa niet ondergaat.
  2. Maak een schets van de aarde met daarop de positie van Loppa een half jaar later. Dus: op 21 december. Aanwijzing – Bedenk bij het maken van de schets dat de stand van de draaias van de aarde in de loop van een jaar niet verandert.
  3. Is de zon vanuit Loppa op 21 december te zien? Leg uit waarom wel of niet.

Webopgave 50

Afstanden in het heelal worden vaak in lichtjaren gemeten. Voor afstanden binnen het zonnestelsel rekenen we in lichtminuten of zelfs lichtseconden.

  1. Laat met een berekening zien dat het licht van de zon er ongeveer 8 minuten over doet om de aarde te bereiken.
    Gebruik Binas voor de benodigde gegevens.
  2. De afstand zon-aarde is dus 8 lichtminuut. Bereken op dezelfde manier de afstanden aarde-maan, zon-Jupiter en zon-Pluto. Kies daarbij de eenheid die het meest toepasselijk is: lichtseconde, lichtminuut, lichtuur, lichtdag of lichtjaar.

Webopgave 51

Wat verstaan we onder de eigenbeweging van sterren?

 

Maanfasen

Hier zie je de maanfasen in een tekening en in een filmpje.
 
 

Webopgave 52

  1. Hoeveel dagen zitten er tussen twee opvolgende fasen?
  2. Waarom trilt het beeld in het filmpje zo? (tip: hoe lang duurde de opname?)

Hier zie je schematisch de baan van de maan rond de aarde met de richting waaruit het zonlicht komt. De tekening is ongeveer op schaal.

Je kunt bij deze opgave eventueel gebruik maken van deze  animatie.

Webopgave 53

  1. Teken elk van de maanfasen bij de letters A tot en met H.
  2. Als de maan in positie C staat, lijkt de maan in de schaduw van de aarde te liggen. Toch kun je de maan dan zien.
    Leg uit hoe dat komt.