Niet alleen wanneer je planten met elkaar kruist, maar ook na zelfbestuiving kan er uitsplitsing ontstaan. Wanneer dit gebeurt, kun je natuurlijk niet spreken van een uniform en stabiel ras. We moeten er dus voor zorgen dat de nakomelingen van een zelfbestuiver allemaal genetisch identiek zijn. Dit kan men bereiken door planten homozygoot te maken.
Homozygote en heterozygote planten
De meeste planten hebben al hun chromosomen dubbel. Een set chromosomen is afkomstig van de vader en een set van de moeder. Wanneer de twee sets chromosomen van elkaar verschillen, is een plant heterozygoot. Wanneer de sets chromosomen allebei precies hetzelfde zijn, is een plant homozygoot. Vaak is een plant voor sommige eigenschappen homozygoot en voor andere eigenschappen heterozygoot.
Alle geslachtscellen van een homozygote plant zijn genetisch identiek
Een belangrijk proces in de plant voor de veredelaar is de meiose. Tijdens de meiose ontstaan er uit “normale” cellen geslachtscellen. Dit gebeurt door de chromosomen van een normale cel onder te verdelen over twee cellen. Er ontstaan hierdoor cellen die in plaats van twee sets chromosomen slechts één set chromosomen bezitten. In het geval van een heterozygote plant leidt dit tot genetisch verschillende geslachtscellen. Is de plant echter homozygoot, dan valt er niets te kiezen: alle geslachtscellen zijn identiek.