Nog meer ideeën: Waar denk je aan?

Doel

Na een eerste ronde van ideeën bedenken nog meer ideeën bedenken. Door deze vaardigheidskaarten kom je op onverwachte ideeën.

Resultaat

Zoveel mogelijk ideeën.

 

Vaardigheidskaart Waar denk je aan

Stap 1: Denk na: wat is jullie opdracht?

Bijvoorbeeld: We moeten een spelletje verzinnen.

Stap 2: Noem een woord. Bedenk zo veel mogelijk ideeën bij dat woord. De ideeën moeten passen bij jullie opdracht.

Bijvoorbeeld: Sanne zegt: ‘Lamp.’ Koen zeg: ‘Een lamp… Ik bedenk een spel met een lampje erin. Welk spel kan dat zijn…?’ Joyce zegt: ‘Het lampje gaat branden als je een goed antwoord geeft.’ Bert zegt: ‘Je moet antwoord geven voor het lampje uitgaat.’

Stap 3: Noem weer een nieuw woord. Bedenk ook daar weer ideeën bij.

Stap 4: Ga zo door tot jullie geen ideeën meer hebben.

Tip: Wil je de rol van ´woordzoeker´ om beurten zijn, gebruik dan de vaardigheidskaart versie BC.

 

Lessen in Digitop/Acadin om te oefenen

Alle opdrachten waarbij je meer dan de eerste ideeën die opkomen wilt bedenken.

 

Bijlagen

VK Waar denk je aan? (A)

VK Waar denk je aan? (B/C)