Wanneer gebruik je 'ob' en wanneer 'oder'?
Je oefent het gebruik van 'als, wenn, wann'
Als = toen wenn = als/wanneer wann = wanneer
Je oefent het gebruik van weil, wenn, denn.
Je oefent de signaalwoorden. Ga naar QUIZ/MULTIPLE CHOICE en daarna KONJUNKTIONEN l en ll
Dit is een meerkeuzeopdracht. Na het invullen van de opdracht kun je zelf de antwoorden controleren.