Opdracht 7: De levenscyclus van de teek

Bekijk de levenscyclus van teken in Weetje 2 en beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke dieren zijn belangrijk voor de teek?
  2. Denk je dat mensen echt deel uitmaken van de levenscyclus van de teek? Waarom wel/niet?
  3. Mensen worden ook vaak in hun tuin gebeten. Hoe denk je dat teken daar terechtkomen?

Teken zitten in "het groen": vooral in struikgewas, bossen en schaduwrijk gras. Teken houden niet van een bodem met kale grond; ze hebben liever een laag dode bladeren. Dit kom je niet alleen in bossen, duinen en parken tegen, maar ook in veel tuinen. Om een mens of dier te pakken, wachten teken geduldig op een grasspriet, laag struikje of een stokje. Teken kunnen tot ongeveer anderhalve meter boven de grond zitten. Teken springen niet en laten zich bijna nooit uit bomen vallen. In de onderstaande figuur kun je zien hoe teken in hinderlaag op een grasspriet zitten te wachten om een voorbijganger te grijpen.

Teken in hinderlaag op een grasspriet: ze kunnen niet springen, dus moeten zich goed vast kunnen grijpen.

Gelukkig houden teken niet van droogte en kale grond: op een gemaaid grasveld kom je ze niet tegen. Op plekken met wat schaduw en een dikke laag dode bladeren op de bodem houden teken het wel prima uit.

Let op de volgende punten als je in een gebied komt waar teken kunnen zitten:

  1. Probeer contact met overhangende planten te vermijden.
  2. Draag dichte schoenen, lange mouwen en een lange broek. Stop je pijpen in je sokken!
  3. Voor extra bescherming kun je je huid en/of broekspijpen met een insectenwerend middel waarin DEET zit inspuiten of smeren. Dit is te koop bij drogisten en apotheken. Lees de aanwijzingen op de verpakking. Sommige mensen krijgen huidproblemen van DEET.

Bovenstaande maatregelen geven een aardige bescherming, maar niet voor honderd procent. Het blijft dus belangrijk om ALTIJD na een bezoek aan het groen een tekencheck te doen. Ook als je nog buiten bent, kan het geen kwaad tussendoor even te controleren of er teken over je kleding of huid lopen, bijvoorbeeld na een plaspauze of nadat je even van het pad gegaan bent. Vergeet niet hoe klein en plat de teken zijn als ze nog niet volgezogen zijn!

Een voorbeeld van de Erythema migrans, de rode ring die wijst op een besmetting met de ziekte van Lyme.

In Nederland gaan steeds meer mensen met een tekenbeet of de eerste symptomen van de ziekte van Lyme naar de huisarts. In 2009 waren er 22 duizend mensen die met de eerste verschijnselen van de ziekte van Lyme hun huisarts bezochten. De schatting is dat meer dan één miljoen mensen per jaar een tekenbeet oplopen.

Niet iedere tekenbeet veroorzaakt de ziekte van Lyme. Daarvoor moet de teek langer dan 24 uur vastgebeten hebben gezeten. Daarnaast zijn lang niet alle teken besmet met de Lyme bacterie (Borrelia).

Als je toch besmet raakt, is de eerste aanwijzing een rode vlek van meer dan vijf centimeter in doorsnee: de zogenaamde erythema migrans (zie onderstaande figuur). Deze kan na een paar dagen tot een paar weken na de tekenbeet verschijnen. Die rode vlek ontstaat niet in alle gevallen, dus let ook op een grieperig gevoel, pijnlijke gewrichten en andere vreemde kwaaltjes tot twee maanden na de tekenbeet. Het is normaal dat er tijdens of vlak na het verwijderen van de beet een rood plekje ontstaat. Dit betekent dat de huid een beetje geïrriteerd is, net als bij een muggenbult. Het zegt niets over of je besmet bent geraakt door de tekenbeet.