Praktijk

Praktijk

 

 Basisoefening: hoogteverschil meten met 3 methodes.

1: piketten + rijlat.

2. baak en waterpastoestel

3. laser

 De docent geeft een instructie hoe een waterpastoestel werkt en hoe een laserwaterpas werkt.

2 leerlingen slaan op 1 meter afstand 2 piketten in de grond.

Met hulp van een waterpas, een rijlat en een meetband bepaal je het hoogteverschil.

Daarna kijk je of de uitkomst klopt door het hoogteverschil na te meten met een laser en een baak.

 

Opdracht:

Meet in groepjes van 3 lln een stuk schooltuin in

Bepaal van de 4 hoekpunten de hoogte met zowel baak als laser.

Maak een tekening op schaal en noordpijl.

Ook moet elke beheergroep (bestrating, gras, beplanting, boom enzovoort) met een symbool worden aangegeven.

Vanzelfsprekend een legenda bij de tekening

 

Als de tekening af is:

  1. Zet op de tekening 2 stippen.
  2. Hier moeten de leerlingen jalons plaatsen.
  3. Laat de tekening deze “lijn” verlengen d.m.v. vooruit bakenen.
  4. Laat 2 jalons tussenzichten.