bodemonderzoek

We gaan met in groepen op verschillende plekken een profielkuil maken.
Dus een stuk van 1 bij 1 meter wordt 1meter diep uitgegraven.
 
Noteer de volgende zaken:
 
•Bovengrondse onkruiden? Welke planten groeien er op het stuk?
•Geur? Ruikt de grond zuur? Of ruik je wat anders?
•Beworteling?   hoe diep zie je wortels in de grond? Zijn het oude of jonge wortels?
•Bodemleven? Zie je regenwormen of andere beestjes?
•Kleur? Is de grond zwart, bruin, geel? Zie je lagen? Deze lagen in het schema op papier zetten.
•Plakt de grond? Als je de grond tussen je vingers wrijft, en de grond plakt, dan zit er organische stof in de grond.
•Zijn er harde lagen in de grond? (Dit kunnen we zien met een penetrometer. Zet de gegevens in de grafiek.
Maar ook met een grondboor of steekschop voel je hoe hard je moet drukken...)
•Als je een brok grond in stukken breekt, veranderen de stukjes in kruimels,afgerond blokkige delen of ,scherp blokkige delen?
Afbreken in kruimels betekent een losse grond, des te scherper de breukvlakken, des tte harder de grond.....
•Korrelgrootte? (Dit meten we met een zandliniaal)
•Vocht, grondwaterstand?
•Ph meting (Met hulp van een lakmoespapier)
 
Beoordeel nu of dit een goede grond is of niet.

bodemprofiel