Leskenmerken | ![]() |
|
Activiteiten | Groepsgesprek, film | |
Werkvorm | Klassikaal | |
Doel | De kinderen denken na over de voor- en nadelen van toevoegingen in voedsel. | |
Duur | 20 minuten |
Uitvoering |
Herhaal met de kinderen wat toevoegingen zijn (stoffen die fabrikanten toevoegen aan voedingsmiddelen om de smaak, geur en/of kleur te versterken of om bederf tegen te gaan). Kunnen ze hier voorbeelden van geven? (kleurstoffen, emulgatoren, verdikkingsmiddelen, anti-oxidanten, geurstoffen, smaakstoffen) Toevoegingen worden ook wel ‘additieven’ (Engels ‘to add’= toevoegen) genoemd. In Europa zie je vaak E-nummers op verpakkingen staan. De E slaat dan op door de EU toegelaten toevoegingen. Leg uit dat er natuurlijke E-nummers zijn (deze hebben een plantaardige, dierlijke of minerale afkomst; een voorbeeld is de gele kleurstof E100 die uit geelwortel wordt gehaald) en kunstmatige E-nummers (deze worden in een laboratorium gemaakt; dat betekent dat de stof kunstmatig is gemaakt maar dezelfde samenstelling heeft als een natuurlijke stof; appelzuur E296 komt bijvoorbeeld natuurlijk voor, maar wordt ook kunstmatig gemaakt). |
Aansluitende Smaaklessen | ||||
|
||||