Experiment: Aardappelgebruik

Leskenmerken
Activiteiten Experiment, taal
Werkvorm Klassikaal
Doel De kinderen leren dat er verschillende soorten aardappelen zijn.
Duur 20 minuten

 

 

Benodigdheden
  • enkele (poot)aardappelen

 

Uitvoering

Maak een woordparachute met de drie soorten aardappelen: consumptieaardappelen, pootaardappelen en (veel) zetmeelaardappelen. Praat met de kinderen over de verschillen ertussen. Consumptieaardappelen zijn om op te eten (als verse tafelaardappel of verwerkt tot bijvoorbeeld chips en friet). Pootaardappelen zijn om te planten (in het voorjaar worden ze gepoot en in de zomer en herfst kunnen dan de nieuwe aardappelen worden gerooid). Zetmeelaardappelen zijn om grondstoffen van te maken. (Een zetmeelaardappel is niet eetbaar, maar wordt door de zetmeelindustrie verwerkt tot grondstof voor bijvoorbeeld textiel, medicijnen, papierproducten en drop.)

Leg een paar (poot)aardappelen in de zon en een paar andere (poot)aardappelen op een donkere plek. Kijk na een week of je verschil ziet. Je weet dan meteen op welke plek je aardappelen het beste kunt bewaren! Want zo gauw een aardappel uitloopt, wordt de aardappel slap, omdat de ‘plant’ voeding gebruikt uit de aardappel.

 

Aansluitende Smaaklessen
Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

2. Lekker uit de Schijf van Vijf

3. Lekker eten met de Schijf van Vijf

5. Restaurant in de klas: Lunch

2. Lekker gezond eten, veel spelen en sporten

2. De energiebalans

Klik hier voor alle Smaaklessen »