Lees het volgende sprookje voor in de kring. Wanneer mogelijk is het leuk om graankorrels, korenhalmen, meel en brood erbij te houden om op te wijzen onder het lezen.
De arme vrouw en de graankorrels
Er was eens een arme vrouw. Ze kon elke dag net genoeg eten vinden voor haar kleine kinderen. Op een dag vond ze een paar graankorrels. Ze ging naar het dorp en vroeg aan de mensen: “Wie wil me helpen om deze zaadjes te planten?” “Ik niet,” zei de slager. “Ik niet,” zei de groenteboer. “Ik niet,” zei de bakker. “Nou, dan ga ik die zaadjes zelf wel planten,” zei de vrouw. En dat deed ze.
De zaadjes groeiden op tot flinke korenaren. Toen vroeg de arme vrouw aan de mensen: “Wie wil me helpen om het koren te maaien?” “Ik niet,” zei de slager. “Ik niet,” zei de groenteboer. “Ik niet,” zei de bakker. “Nou, dan ga ik het koren zelf wel maaien,” zei de vrouw. En dat deed ze.
Toen vroeg de arme vrouw aan de mensen: “Wie wil me helpen om het graan van de stengels te dorsen?” “Ik niet,” zei de slager. “Ik niet,” zei de groenteboer. “Ik niet,” zei de bakker. “Nou, dan ga ik het graan zelf van de stengels dorsen,” zei de vrouw. En dat deed ze.
Toen vroeg de arme vrouw aan de mensen: “Wie wil me helpen om de graankorrels te malen tot meel?” “Ik niet,” zei de slager. “Ik niet,” zei de groenteboer. “Ik niet,” zei de bakker. “Nou, dan ga ik de graankorrels zelf wel malen tot meel,” zei de vrouw. En dat deed ze.
Toen vroeg de vrouw aan de mensen: “Wie wil me helpen om brood te bakken van dit meel?” “Ik niet,” zei de slager. “Ik niet,” zei de groenteboer. “Ik niet,” zei de bakker. “Nou, dan ga ik van dit meel zelf wel brood bakken,” zei de vrouw. En dat deed ze.
Toen riep de vrouw tegen de mensen: “Wie wil me helpen om dit brood op te eten?” “Ik!” zei de slager. “Ik!” zei de groenteboer. “Ik!” zei de bakker. “Nee, laat maar,” zei de vrouw. “Mijn kinderen en ik eten dit brood zelf wel op.” En dat deden ze!
Stel daarna vragen als:
- Wat vond de arme vrouw?
- Wat groeide daar uit?
- En wat kon ze daarvan maken?
- Wist je waar brood vandaan kwam?
- Welke van de mensen in het dorp had de arme vrouw heel goed kunnen helpen? (de bakker)
- Waarom deed hij dat dan niet, denk je?
- Waarom kregen de mensen niets toen de arme vrouw het brood had gebakken?
- Is er iemand wel eens in een molen geweest waar graan gemalen wordt?
Om kinderen te laten zien hoe graan daadwerkelijk meel wordt kun u met een ouderwetse koffiemolen of vijzel tarwekorrels malen tot meel. Zo zien ze van dichtbij hoe dit proces gaat.
|