Vragen en opdrachten

 

1. Geef aan of onderstaande bewering juist  of onjuist is.

            a. Een OP kan gemakkelijk op natuurlijke wijze worden bestoven.             

            b. Een OP kun je niet geforceerd bestuiven.     

            c. Een OP is een kruisbestuiver.                                                 

            d. Een OP moet voor handelszaadproductie voldoende geïsoleerd geteeld worden.

            e. Een OP wordt door insecten bestoven worden; niet door de wind.

            f.  Grassen, mais en granen zijn windbestuivende gewassen.        

 

2. Zet de volgende keuzes in volgorde van moeilijkheidsgraad (kosten; voorkomen van verbastering) voor de zaadteler.

a = (zeer) makkelijk  d = (zeer) moeilijk

  1. OP – Kooibescherming – Insecten bestuiving
  2. OP – Open veld – insectenbestuiving
  3. OP – Kooibescherming – windbestuiving
  4. OP –Open veld – windbestuiving

 

3. Welke 2 bezwaren kleven er aan “Selfs “ bij de teelt van F1 Hybriden rassen?

 

4. Geef aan of onderstaande bewering juist  of onjuist is 

 

            a. F1-hybride-ouderlijnen worden bij voorkeur met de hand bestoven.

            b. F1-hybride -ouderlijnen kunnen zichzelf niet bestuiven.

            c. F1-hybride-ouderlijnen worden altijd ge-emasculeerd.

            d. F1-hybride-ouderlijnen die ge-emasculeerd worden, worden bij voorkeur in

                Nederland geteeld.                                                                        

 

5. Welke eisen stelt de NAKtuinbouw aan zaadteelt?

 

6.  Geef aan of onderstaande bewering juist of onjuist zijn

            a. Kruisbestuiving is hetzelfde als kruisbevruchting.                                      

            b. Bij kruisbestuivende gewassen kan soms ook zelfbestuiving optreden.          

            c. Als het stuifmeel van Bloem A op Bloem B van eenzelfde plant komt  is dat

ook kruisbestuiving.                                                                                   

            d. Tweehuizige planten kunnen nooit zelfbestuivers zijn .                             

            e. Eenhuizige planten kunnen zowel zelfbestuivers als kruisbestuivers zijn.

            f.  Kruisbestuiving kan zowel door insecten als door de wind plaatsvinden.         

 

7. Wanneer is OP mogelijk?  Kies de drie juiste antwoorden.

            a. Een zelfbestuivend gewas met tweeslachtige bloemen

            b. Een Kruisbestuiver op voldoende afstand van aanverwante gewassen

            c. Een F1-hybride waarvan één ouderlijn mannelijk steriel is

            d. Een F1-hybride in een isolatiekooi

            e. De F1hybride ouderlijn is incompatibel

 

8.  Geef aan of onderstaande bewering juist of onjuist zijn

            a.  Verbastering is hetzelfde als introgressieve hybridisatie                         

            b. Verbastering treedt al op als in de buurt een gewas geteeld wordt uit    dezelfde plantenfamilie.

            c. Verbastering treedt vooral op bij windbestuivende gewassen.

            d. Zaadteelt met een open bloeiend gewas op het veld moet gemeld worden

            bij de NAKtuinbouw.

 

9.  Omcirkel het juist antwoord. Ongewenste verbastering krijg je vooral:

  1. bij onvoldoende teeltbelending
  2. in warme, droge zomers
  3. als het gewas voor het tweede jaar op hetzelfde perceel geteeld wordt
  4. na een zachte winter, waarin veel insecten zijn blijven leven
  5. vooral aan de randen van het veld.
  6. bij veel oostenwind
  7. bij nauw-verwante wilde planten in de omgeving van het perceel