De doekenmachine wordt gebruikt voor het scheiden van gladde en ruwe zaden. Een lopende band met een ruw oppervlak loopt omhoog. Bovenin wordt het zaad aangevoerd, glad zaad rolt naar beneden, het ruwe zaad blijft plakken en wordt mee omhoog genomen. Dit wordt onder andere gedaan bij rond en scherp zaad bij spinazie.
In een trieur worden zaden voornamelijk op lengteverschillen gescheiden. Bijvoorbeeld bij sla of andijvie, of voor het verwijderen van onkruidzaden. Een cylindervormige trommel uitstulpingen draait rond. Het zaad wordt hierin gebracht en draait mee naar boven. De lange zaden gaan er als eerste uit, zij vallen naar beneden en worden gescheiden van andere zaden.