Voor het pilleren worden de zaden in een roterende trommel gebracht waarin het eerst wordt bevochtigd. Vervolgens wordt een fijn poeder in de trommel gespoten dat zich aan het bevochtigde zaad hecht. Het poeder bestaat uit een vulmiddel en een bindmiddel. Deze bewerking wordt herhaald totdat de gewenste grootte is bereikt. Daarna worden de pillen uit de trommel gehaald en gedroogd. Het zaad wordt afhankelijk van de zaadgrootte tussen de 1 en 100 x vergroot. Eén zaadje per pilletje is gebruikelijk, maar ook de multipil komt voor, bijvoorbeeld drie verschillende bloemzaadjes in één pil.