‘Verklaringen noemen voor historische ontwikkelingen met gebruik van de begrippen oorzaken en gevolgen.’
Aanleiding: "omstandigheid die iets onmiddellijk teweegbrengt zonder oorzaak te zijn". Aanleiding als meest directe oorzaak.
Oorzaak: "omstandigheid die noodzakelijk en voldoende is om een zeker gevolg te hebben". De reden waarom iets gebeurd of plaats heeft gevonden.
Gevolg: "wat uit iets volgt, voortvloeit".
voorbeelden:
Wat was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog?
Frankrijk en Groot-Brittannië verloren na 1945 hun wereldmacht. Noem twee oorzaken voor deze ontwikkeling.
Een gevolg van de Tweede Wereldoorlog was dat .... en ... na 1945 de twee grootmachten waren.