Je kunt de persoonsvorm op 3 manieren vinden:
1. Maak de zin vragend. Het woord dat voorop komt is de persoonsvorm.
Vb. Jan loopt naar school. Loopt Jan naar school?
Loopt = persoonsvorm.
Als de zin al vragend is, is de persoonsvorm het tweede woord.
Vb. Waarom loopt Jan naar school?
Loopt = persoonsvorm.
2. Zet de zin in een andere tijd. De persoonsvorm verandert.
Vb. Jan loopt naar school. Jan liep naar school.
Loopt = persoonsvorm.
3. Verander het aantal. De persoonsvorm en het onderwerp veranderen.
Vb. Jan loopt naar school. Jan en Kees lopen naar school.
Loopt = persoonsvorm, Jan = onderwerp.
Bron: www.cambiumned.nl