Vermenigvuldigen en delen

Hoeveel cijfers bij een vermenigvuldiging of deling verantwoord zijn, geven we aan met een simpele regel: zorg dat het antwoord uit niet meer cijfers bestaat dan de cijfers in de meetwaarden. Algemeen geldt:

De uitkomst van een vermenigvuldiging of deling van meetwaarden mogen we niet in meer significante cijfers schrijven dan waarin de meetwaarden gegeven zijn.

Bepalend daarbij is de meetwaarde met het kleinste aantal significante cijfers. Dus 1,40 x 1,70 = 2,38, maar 1,4 x 1,70 = 2,4.

Opmerkingen

Let op: nullen aan het eind van een cijferreeks tellen wel mee als significante cijfers, voor nullen aan het begin van een cijferreeks geldt dit niet!

Bedenk verder dat telwaarden geen meetwaarden zijn. Als een bepaalde tafel een oppervlakte heeft van 2,35 m2 (een meetwaarde dus), dan is de oppervlakte van 3 van deze tafels 3 x 2,35 = 7,05 m2 .