Optellen en aftrekken

Voor optellen en aftrekken van meetwaarden is het aantal decimalen, het aantal cijfers achter de komma, bepalend:

De uitkomst van het optellen of aftrekken van meetwaarden mag niet meer decimalen hebben dan de meetwaarde met het kleinste aantal decimalen.

Dus 100,2 + 5,3 = 105,5; maar 100 + 5,3 = 105.