Internationaal geldt de meter als officiële eenheid van de grootheid lengte met als symbool m. Om heel grote en heel kleine afmetingen aan te geven worden bepaalde voorvoegsels (vermenigvuldigingsfactoren) gebruikt.
Bekend zijn:
kilo, symbool k, 1000 x groter dan een meter, en
milli, symbool m, 1000 x kleiner dan een meter, of 0,001 x zo groot.
Een kilometer (km) is dus 1000 m en 1 millimeter (mm) 0,001 m. In plaats van 1000 schrijven we vaak 103 en 0,001 noteren we als 10-3. Dit gebruik van machten van tien wordt de wetenschappelijke notatie genoemd.
De voorvoegsels worden behalve voor de meter ook voor de eenheden van andere grootheden gebruikt.
In BINAS tabel 2 staan alle internationaal afgesproken vermenigvuldigingsfactoren. De voorvoegsels deca (10 x) en hecto (100 x) worden maar weinig gebruikt. De voorvoegsels deci (0,1 x) en centi (0,01 x) zijn wat bekender. De voorvoegsels femto (10-15 x) en atto (10-18 x) worden alleen gebruikt in speciale gebieden binnen de scheikunde, bijvoorbeeld in gebieden waar het gaat om de gevoelige detectie van stoffen (toxicologie, bepaalde moleculair biologische technieken). In wetenschap en techniek wordt bij voorkeur gewerkt met derde machten van tien.
Voor heel kleine lengtes wordt ook de Ångström, symbool Å, nog wel gebruikt; 1 Å = 10-10 m = 0,1 nm.
Ook komt de naam micron (μ, uitgesproken mu) nog veel voor; 1 μ = 10-6 m. Deze eenheden zijn tegenwoordig officieel niet meer toegestaan.
Voorvoegsels, die worden gebruikt voor zeer kleine of zeer grote afmetingen, zijn veel minder (of helemaal niet) bekend. Het voorstellingsvermogen wordt hier op de proef gesteld. Door met opeenvolgende stappen van telkens één grootte-orde vanuit het heelal in te zoomen op de wereld van het atoom, kan toch een redelijke indruk worden gegeven.
Zie Powers of ten voor een boeiende animatie (start kan even duren). Voor deze link is Flash Player nodig.