Praktijk
Goede bosboom en parkboom, in straten op brede groenstroken. Zeer oppervlakkige wortels, fijn vertakt, leven met bodemschimmel, dus grond meegeven of in kluit planten. Gevoelig voor veranderingen in lucht en waterhuishouding, gevoelig voor wind, bodemverdichting. De beuk houdt niet van te droge grond. De groeiplaats moet eerst gerijpt zijn, zuurstofhoudend en tamelijk humusrijk.
Verzorging
Zo lang mogelijk stam beveerd houden in verband met zonnebrand, plotseling vrijgestelde bomen beschermen met jute, leem of rietmatten.Groeiplaats goed beschermen tegen betreding. Gevoelig voor luchtverontreiniging en zout, gering herstellingsvermogen!
Ziektes en plagen
wollige beukenstamluis, (deze is niet schadelijk maar gevoeligheid meniezwam neemt toe) Schimmels: honingzwam, reuzenzwam, tonderzwam, korsthoutskoolzwam, groene schelpzwam, gewone oesterzwam.
Extra
Betreding en verharding van de groeiplaats niet gewenst en leidt vaak tot vermindering vitaliteit en zelfs uiteindelijk de dood van de boom. Houdt hier rekening mee met je praktijk adviezen!