Praktijk
Echte pioniersoort; dus kan zich spontaan in de tuin vestigen. Je ziet de boom staan in parken, plantsoenen, tuinen. Open losse bodem, geringe eisen aan voedselrijkdom en voorkeur groenstroken. Maar gevoelig voor veranderingen in de groeiplaats (aanleg verharding bij de stam) ook tamelijk zeewind gevoelig.
Verzorging
Gering herstellingsvermogen, je kunt deze soort niet goed knotten. Sterk bloeden bij snoei in het voorjaar, nooit doen!. Meestal is er snel begeleidingssnoei nodig langs paden want de takken hangen door, vooral de B.nigra. Vrijstaand hebben ze weinig snoei nodig.
Ziektes en plagen
Luizenplaag (roetdauw), wilgenhoutrups, gele roest in het najaar, heksenbezem door schimmelaantasting (gaat de boom niet dood aan, laten zitten). Schimmels: berkenzwam (dodelijk), roodporiehoutzwam, Tonderzwam
Extra
Deze soort kan absoluut niet zonder bodemschimmel, dus altijd met de grond van herkomst aanplanten en verplanten. Heeft dan toch bijna altijd een zogenaamde 'verplantingsshock'