Zoekmogelijkheden B

Oefenopdrachten: zoekmogelijkheden B

 

Oefenopdracht 1: Zijn de onderstaande zinnen juist of onjuist?

 

a. Culemborg ligt in de provincie Zuid-Holland.                                         

b. Beilen heeft meer inwoners dan Dwingeloo.                                           

c. In de provincie Gelderland komt loss voor.                                       

d. In Den Helder is de Zuidwestenwind de meest voorkomende windrichting  

e. In de kop van Drenthe valt minder neerslag dan op Texel                       

f. De polder Mastenbroek werd voor 1600 bedijkt                                              

g. De gemiddelde hoogwaterstand in Vlissingen is 1.12m hoger dan in IJmuiden.                                                              

h. Ethiopië is een kolonie geweest van Italië.                                           

i. Tussen 1978 en 1993 nam de luchtverontreiniging (S02) in Nederland toe.  

j. IJsselstein ligt in het Groene Hart.                                             

 

Oefenopdracht 2: Zijn de onderstaande zinnen juist of onjuist?

 

a. De neerslag in januari in Addis Abeba is minder dan25 mm.                   

b. Het Protestantisme is de overheersende godsdienst in Litouwen.              

c. In Afghanistan is het 3 ½ uur later dan in Nederland.                             

d. De eiwit consumptie is in Mozambique in 1997 minder dan 55 gram per inwoner per dag.

e. De gemiddelde wintertemperatuur in Irkutsk is lager dan -10 graden Celsius.

 

Oefenopdracht 3:

Wat betekent Merapi?

 

Oefenopdracht 4:

Gebruik GB36 (GB40).

Utrecht is een nationaal knooppunt van verschillende transportmodaliteiten. Welke verkeersstromen komen hier bij elkaar? Beschrijf ze nauwkeurig, dus met naam en nummer.

 

Oefenopdracht 5:

In de atlas wordt gesproken over verschillende soorten kaarten. Er zijn 3 verschillende soorten kaarten. Noem ze alle 3!

 

Oefenopdracht 6: 

Bepaal welke plaats/eiland/land wordt aangeduid met de volgende geografische positie.

De breedtegraad = 12° ZB (Zuiderbreedte)

De Lengte graad = 96° OL (Oosterlengte)

Noteer zowel de plaats/eiland/land als de gebruikte atlaskaart!

 

Oefenopdracht 7:

Gebruik GB188 (GB200)

a. Hoe noem je de weergave van stromen via pijlen in een kaart?

b. Welke type stroom wordt in deze kaart aangegeven?

 

Oefenopdracht 8:

Noteer de geografische ligging van Casablanca zonder een kaart te gebruiken. Noteer het tiental van de minuten van de aangegeven coördinaat.

 

Oefenopdracht 9: 

Welke industrieën kent het industriegebied van Luik? Welk kaartblad heb je hiervoor gebruikt?

 

Oefenopdracht 10: 

Gebruik de kaart De aarde: geologie. Geef telkens een voorbeeld van:

a. een convergente plaatgrens; (één plaat glijdt onder de andere plaat)

b. een divergente plaatgrens; (de platen bewegen uit elkaar)

c. horizontaal verschuivende plaatgrenzen. (platen glijden langs elkaar)

 

Oefenopdracht 11:

a. Hoeveel bedraagt het tijdsverschil tussen Lissabon en Washington?

b. Hoeveel bedraagt het tijdsverschil tussen Washington en San Francisco?

 

Oefenopdracht 12:

Gebruik GB 59 (GB 68) Deze hele bladzijde gaat over toerisme of is gerelateerd aan toerisme. Beargumenteer nu met gebruik van 3 verschillende kaartjes op deze bladzijde de combinatie tussen de hoeveelheid toeristen op de Veluwe en de factoren waarom toeristen naar de Veluwe zullen gaan.