Oefenopdrachten: zoekmogelijkheden A
In de atlas werken we met verschillende soorten kaarten, we hebben
- overzichtskaarten
- staatkundige en natuurkundige kaarten
- thematische kaarten
- topografische kaarten
- gemeentekaarten
Overzichtskaarten:
Oefenopdracht 1:
Ga naar kaart 40-41 E4. Hier zie je een roze kleur, welk soort bodemgebruik vindt hier plaats?
Oefenopdracht 2:
Neem nu kaart 42-43 voor je. Meneer Vos, is met zijn kinderen wezen wandelen in de bossen bij zijn grootouders in de buurt. De kinderen hebben de gehele dag in het stuifzand gespeeld in de bossen. In welke plaats wonen zijn grootouders?
A. Helenaveen (F4) B. Barendrecht (D2) C. Waalwijk (E3)
Oefenopdracht 3:
Neem nu weer kaart 40-41 voor je. Toen ik afgelopen zomer vanuit Spanje op weg naar huis vanuit het vliegtuig keek, zag ik allemaal lichtjes boven Nederland. Dit zijn kassen zei mijn moeder. Thuis aangekomen wilde ik toch weten waar we overheen vlogen. Ik pakte de atlas en vond?
A. Betuwe (D/E 5) B. Westland (B4-5) C. IJ–Polders (C3)
Staatkundige kaarten:
Oefenopdracht 4:
Op staatkundige kaarten heeft ieder land of iedere provincie haar eigen kleur. Ga naar de staatkundige kaart van Nederland.
A. Welke kaart is dat?
B. Welke kleur heeft Noord Holland op deze kaart?
C. Noord-Holland heeft 2 hoofdsteden in de provincie welke?
1………………………………………………………………
2………………………………………………………………
D. Op welke manier wordt er onderscheid gemaakt tussen deze 2 hoofdsteden en hoe zie je dat terug in de kaart?
Oefenopdracht 5:
Neem kaart 164 voor je: Afrika staatkundig.
Wat is de hoofdstad van:
A. Tanzania:……………………………………………………………………………………
B. Zambia:………………………………………………………………………………………
C. Kongo:……………………………………………………………………………………….
Oefenopdracht 6:
Kijk nog steeds op kaart 164. Welke stad heeft de meeste inwoners?
A. Mbabane ( G7) B. Windhoek (E7) C. Lagos (D4) D. Harare (G6)
Oefenopdracht 7:
Waar aan kun je op de kaart zien welke stad het grootst is?
Oefenopdracht 8:
Zet bij alle steden uit vraag 6 hoeveel inwoners deze steden tellen?
A. Mbabane………………………………………………………
B. Windhoek……………………………………………………
C. Lagos…………………………………………………………
D. Harare…………………………………………………………
Natuurkundige kaarten:
Vergelijk nu kaart 162 – 163 met kaart 164 – 165
Je ziet dat we net hebben gewerkt met een staatkundige kaart. Nu gaan we verder met een Natuurkundige kaart.
Oefenopdracht 9:
Bekijk op kaart 162-163 (G5) de Kilimanjaro. Dit is de hoogste berg van Afrika, hoe hoog is deze berg?
Oefenopdracht 10:
Welke kleur hoort deze berg te hebben volgens de legenda?
Oefenopdracht 11:
Waarom is het niet goed zichtbaar dat deze berg deze kleur moet hebben?
Oefenopdracht 12:
Op kaart 188 – 189 blijkt dat de Kilimanjaro helemaal geen berg is maar een?
Oefenopdracht 13:
Ga weer terug naar kaart 162 - 163.
A. Welke 3 gebieden in Egypte liggen onder zee niveau?
1………………………………………………………………………………………………
2………………………………………………………………………………………………
3………………………………………………………………………………………………
B. Schrijf erachter hoe diep het daar is. ↑↑↑↑↑↑↑↑
Oefenopdracht 14:
Kun je op de natuurkundige kaart van de wereld ook precies bepalen hoe diep het daar is? Dit kan Wel / Niet omdat:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Naast alle natuurkundige kaarten is er nog de kaart Nederland Reliëf?
Oefenopdracht 15:
Welke kaart is Nederland Reliëf?
Oefenopdracht 16:
Welke Provincie ligt in zijn geheel onder NAP?
Oefenopdracht 17:
Hoever ligt deze provincie onder NAP?
Oefenopdracht 18:
Hoe hoog is de berg in Montferland (D3)?
Oefenopdracht 19:
Wat is het verschil tussen het hoogste punt van Nederland (D4) en het laagste punt van Nederland (B3)?
Hoogste punt………………..meter, Laagste punt …………….Meter. Verschil………………………. Meter.
Oefenopdracht 20:
Op de kaart Nederland reliëf zien jullie een groot aantal roze puntjes staan, wat zijn deze Puntjes?
Oefenopdracht 21:
Waarom zijn ze juist op deze plekken in Nederland gebouwd? (gebruik het antwoord van vraag 20)
Oefenopdracht 22:
Neem nu kaart 184 voor je. La Pazis de hoogst gelegen hoofdstad van de wereld. Ik welk land ligt La Paz?
Oefenopdracht 23:
Er liggen 2 hoge bergen langs La Paz.Welke 2 bergen zijn dit?
Oefenopdracht 24:
Hoe hoog zijn deze bergen? (antwoord van vraag 23)
Oefenopdracht 25:
Tot welk moedergebergte behoren deze 2 bergen? (antwoord van vraag 23)
Oefenopdracht 26:
Voor de kust zijn vaak troggen gevormd, het diepste trog is dieper dan de hoogste berg. Hoe diep is de Atacamatrog?
Oefenopdracht 27:
De Amazonerivier stroomt door het oerwoud (C D E F 3). Het gebied waardoor de Amazonerivier stroomt is het beste te benoemen als
A. Hooggebergte B. Laagland C. Middelgebergte D. Heuvelland
Oefenopdracht 28:
Vanuit welke gebergte komt het meeste smeltwater, wat de Amazone voedt?
Oefenopdracht 29:
Op de grens van vak D6 en C6 liggen een aantal witte vlekken wat zijn dit?
Oefenopdracht 30:
Wat is de witte/ lichtblauwe vlek op de grens D4/5?
Gecombineerde overzichtskaarten
Neem kaart 102 voor je.
Oefenopdracht 31:
A. Op welke manier zie je dat een stad een provincie hoofdstad is?
B. Hoe zie je dat het de hoofdstad van een land is?
C. Hoe onderscheid je landsgrenzen op deze kaart?
D. Hoe onderscheid je provincie grenzen op deze kaart?
E. Wat is de hoofdstad van de provincie Beieren?
F. Op G8 en G9 zie je de Ammersee en Starnbergersee, wat zijn dit?
Thematische kaarten
Oefenopdracht 32:
A. Neem kaart 211 E. Welk werelddeel heeft de meeste Malaria slachtoffers?
B. Van een aantal landen in Afrika zijn geen gegevens welke zijn dit?
Oefenopdracht 33:
Gebruik nu kaart 210 C en 210 F. Is er een overeenkomst tussen gezondheidszorg en inentingen? Dit is er wel / niet omdat:
Oefenopdracht 34:
Vergelijk kaart 210 A en 210 G en ook 211 A. Wat hebben analfabetisme en telefoons met elkaar te maken? Gebruik kaart 211 A om je antwoord te onderbouwen.
Oefenopdracht 35:
Ga naar kaart 118 - 119 vergelijk de natuurkundige kaart met kaart 119 A. Wat kun je hieruit opmaken?
Oefenopdracht 36:
Vergelijk kaart 119 A t/m D met elkaar. Je ziet hier goed de problematiek van Italië, schrijf een conclusie van 50 tot 100 woorden over deze kaartjes. Tip gebruikt de verschillen tussen noord en zuid.