Mensen houden van olifanten, maar niet altijd! Je bent vast wel eens in een dierentuin geweest en –wie weet- vond je de olifant het meest spannende dier? Maar de boer in Afrika denkt daar heel anders over. Die vindt de olifanten maar een plaag. Voor de olifanten zijn de gewassen een lekker hapje. En wie vertelt de olifant waar het wildpark ophoudt en de landbouwgrond begint? De boeren in Afrika houden ‘s nachts de wacht, maken ze een groot kampvuur, schieten in de lucht en maken zoveel mogelijk lawaai.
Soms leren de olifanten dat de landbouwgebieden verboden terrein zijn. Maar als ze niet genoeg eten kunnen vinden omdat het park te klein is, moeten ze wel iets anders te eten zoeken. In hun wanhoop laten de olifanten zich niet zo makkelijk wegjagen. Er blijft de boeren soms niets anders over om de olifanten dood te laten schieten. Omdat het leefgebied van de olifanten – en ook van de andere wilde = vrije dieren- steeds kleiner wordt, gebeurd dit steeds vaker. Op de afbeelding hiernaast zie je een maïsveld nadat de olifanten langs zijn geweest. Wat je zegt: ‘als een olifant in de porseleinkast’.
Veel vrije dieren worden beschermd. Dat betekent dat we ze niet mogen doden. Maar toch gebeurt het. Vrije dieren worden gedood voor hun vlees (zoals wij in Nederland dieren doden in een slachthuis) of voor hun haar (zoals wij dieren doden voor hun bont) en voor hun slagtanden. Er zijn in Afrika zoveel olifanten gedood dat er van de ruim 13 miljoen er nog maar zo’n half miljoen over zijn. De olifant is dan ook een bedreigde diersoort.
Olifant in actie