Vraag 1
5 punten: je hebt 1 mogelijkheid goed.
10 punten: je hebt 2 mogelijkheden goed.
15 punten: je hebt 3 mogelijkheden goed.
Vraag 2
5 punten: je weet dat het met platen te maken heeft.
10 punten: je weet ook dat het te maken heeft met druk.
15 punten: je kan vertellen hoe het komt dat een vulkaan uit barst.
Vraag 3
5 punten: je kan 2 dingen benoemen.
10 punten: je kan 3 dingen benoemen.
15 punten: je kan 4 dingen benoemen.
Vraag 4
5 punten:1 goed
10 punten: 2 goed
15 punten: 3 goed
Vraag 5
5 punten: je kan 2 punten noemen die vertellen wat een vulkanoloog is en doet.
10 punten: je kan 3 punten noemen die vertellen wat een vulkanoloog is en doet.
15 punten: je kan 4 punten noemen die vertellen wat een vulkanoloog is en doet.
Vraag 6
5 punten: 2 goed zonder kenmerken of 1 goed met kenmerken.
10 punten: 2 goed met allebei 1 kenmerk.
15 punten: 2 goed met meerdere kenmerken.
Eindopdracht
10 punten: je hebt een begin, een midden en een slot.
20 punten: je vertelt erbij waar het zich afspeelt en wat voor vulkaan het is.
30 punten: je vertelt erbij hoe de vulkaan tot uitbarsting komt.
?