Geschiedenis

In 1896 vonden de eerste moderne Olympische Spelen plaats. Dat was in Athene want Griekenland is de bakermat van de Olympische traditie. Op de foto hiernaast zie je de openingsceremonie van de Olympische spelen in 1896.


Van 776 voor Chr. tot 261 na Chr. vonden om de vier jaar de Olympische Spelen plaats in het dorp Olympia, bij de berg Olympus. Ze maakten deel uit van een feest ter ere van de Griekse oppergoden die op de Olympus wonen. Atleten van overal uit het Griekse en later het Romeinse rijk kwamen daar naartoe. Men vond het gebeuren zó belangrijk dat bij iedere oorlog die in het rijk aan de gang was de strijdende partijen de wapens moesten neerleggen kort vóór, tijdens en na de festiviteiten. Zo konden deelnemers uit oorlogs­gebieden ongehinderd naar Olympia afreizen en terugkeren. Winnaars kregen geen medaille, maar een tot een krans ineengevlochten olijftak. Ze werden in hun thuisland als helden onthaald met muziek, lofdichten en standbeelden.


De Olympische spelen bij de oude Grieken

In de 19e eeuw blies baron Pierre de Coubertin, de stichter van de Olym­pische beweging, de traditie van de Olympische Spelen nieuw leven in. Hij wilde dat sporters uit verschillende landen met elkaar gingen wedijveren. Hij heeft dan ook gezegd:

 

“Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.”


Ook tijdens de moderne spelen wed­ijveren sporters uit verschillende landen met elkaar, maar er zijn verschillen met de oude spelen. Ze worden telkens in een andere stad gehouden. Oorlogen gaan tijdens de Spelen gewoon door. In 1916, 1940 en 1944 worden ze zelfs afgelast vanwege oorlog. Tevens groeien de Spelen uit tot een commercieel gebeuren waar fabrikan­ten van sport­artikelen, omroepen en andere be­drijven veel geld aan hopen te verdienen. Ook worden de Spelers steeds meer het domein van duur­betaalde sporters die kosten noch moeite sparen om zich optimaal voor te bereiden.

 

Gebleven is het heldendom dat sporters ten deel vallen als ze één of meer gouden medailles winnen. Enkelen blijven dat tot lang na het einde van hun sportcarrière. In 1999 riep de Internationale Atletiekfederatie IAAF twee meervoudige Olympische win­naars uit tot beste atleet en beste atlete van de 20e eeuw. Het zijn respec­tievelijk Carl Lewis die tijdens de Spelen van 1984, 1988, 1992 en 1996 in totaal negen gouden medailles won en Fanny Blankers-Koen, die tijdens de Spelen van 1948 vier gouden medailles won.

 

Sporthelden zijn rolmodellen; sommige kinderen en volwassenen raken in de ban van een tak van sport omdat hun held die beoefent. Ook tijdens alle nog komende Olympische Spelen zullen sporters die één of meer gouden medailles winnen, helden en rolmodellen worden.