"Zoals er overdag geen ster in de hemel staat die warmer is dan onze zon, zo is er geen competitie die groter is dan de Olympische Spelen".
Bovenstaande schreef de Griekse dichter Pindaros in de 5de eeuw voor Christus. Elke 4 jaar stralen ze, de helden van onze tijd, tijdens de Olympische Spelen en worden er weer nieuwe rolmodellen ‘geboren’.
Iedereen heeft zijn helden. Ook heeft iedere tijd zijn eigen helden gehad. Het waren mensen die iets bijzonders hadden gedaan en daarvoor werden geëerd en soms rijkelijk beloond. Die helden worden beschreven in oude verhalen, liederen en gedichten. De hierboven al genoemde Griekse dichter Pindaros schreef in 460 voor Christus een ode aan Alkimedon omdat die tijdens de Olympische Spelen van dat jaar het worsteltoernooi had gewonnen:
“Hij had een prachtig uiterlijk, en zijn daden zijn al net zo prachtig om te zien; (Alkimedon) zorgde ervoor, dat -met hulp van de goden maar ook omdat hij zijn mannetje wist te staan- de schande niet op hem maar op de andere jongens (= zijn tegenstanders) kwam te liggen, met een roemloze en heimelijke reis naar huis en een smadelijke ontvangst.”
Net als Alkimedon toen zijn enkele helden van nu sporters. De sporters zijn helden geworden omdat ze belangrijke wedstrijden hebben gewonnen. De grootste sporthelden zijn sporters die gouden medailles hebben gewonnen tijdens de Olympische Spelen. Zo schreef de NOC*NSF (= het Nederlands Olympisch Comité) ooit over zwemmer Pieter van den Hoogenband:
“Na een succesvol EK 2000 (drie zilveren en een bronzen medaille) groeide Pieter in Sydney uit tot een ware Olympische held.”
Ieder land heeft zijn eigen sporthelden en enkele sporters zijn wereldwijd een held.
Misschien heb jij ooit wel eens gehoord van Babe Ruth of Pelé? Maar ook Jesse Owens en Hans Günter Winkler zijn nog altijd beroemde topsporters.
Op de afbeelding hiernaast zie je de aanbidding van een held, afbeelding uit het Nordisk familjebok, na een reliëf van 400 v.Chr.