Techniek in de sport

De Zwitserse schaatser Frans Krienbühl (1929-2002) wordt tussen 1968 en 1984 veertien maal Zwitsers kampioen. Ook doet hij vaak mee aan de Europese en de Wereldkampioenschappen. Daar is hij vaak de langzaamste deelnemer. Toch wordt hij populair in Nederland omdat hij er steeds weer bij is en sneller probeert te rijden dan tot dusver (zijn PR te verbeteren). Daartoe probeert hij telkens nieuwe schaatspakken uit om de luchtweerstand tijdens het rijden kleiner te maken. Andere schaatsers mogen op hun beurt zijn nieuwe schaatspakken gebruiken om óók sneller te kunnen rijden.


Op de afbeelding hiernaast zie je de ontwikkeling van de schaatstijden over 10km.

 

De rode lijn is de wereldrecordsnelheid. De blauwe punten zijn de beste snelheden per seizoen.


A - Introductie van de kunstijsbaan
B - Doorbraak van het aerodynamische schaatspak
C - Introductie van de indoor kunstijsbaan
D - Introductie van de klapschaats
E - Introductie van de aerodynamische strips

 

Soms zie je ook dat nieuwe uitvindingen niet geaccepteerd worden door de overkoepelende organisatie. Want de strips die bij E ingevoerd werden op 19 november 2007 door de Internationale Schaatsunie (ISU) verboden!

Schaatspakken

Niet alleen de schaatspakken zorgen voor snellere tijden. Ook de schaatsen zelf veranderen. Eerst gebruiken schaatsers tijdens wedstrijden Friese doorlopers. Dit waren schaatsen van hout,  met één ijzer, die onder de schoen gebonden werden.  Daarna stappen ze over op Noren omdat ze daar harder op kunnen rijden. Een Hoge Noor is een schaats met een extra lang ijzer. Deze schaats wordt vooral gebruikt bij hardrijden. De standaard Noor is van zwart leer met vetersluiting.


Nu rijden topschaatsers op klapschaatsen. Die is al eind 19e eeuw in Canada uitgevonden, maar pas vanaf 1985 laten Nederlandse wetenschappers die uittesten door de schaatsers. Met deze schaatsen kunnen ze bij iedere slag langer en meer kracht op het ijs zetten. Daardoor kunnen ze sneller rijden. In het seizoen 1997-1998 testen Nederlandse topschaatsers op de ijsbaan van Inzell de klapschaatsen uit in een officiële wedstrijd. Ze rijden er 3% sneller op dan op andere schaatsen. Per minuut scheelt dat dus bijna 1,8 seconde. Daarna breken ze het ene record na het andere. Schaatsers als Gianni Romme en Bob de Jong laten schaatsers die op gewone schaatsen rijden, ver achter zich.


Klapschaats

Maar de techniek staat niet stil bij schaatsen. Zo worden er o.a. de warmteschaats, de olieschaats de 3D-schaats, de carve-schaats en de wisselschaats ontwikkeld. Maar zo heeft de Nederlander Jacques van der Miessen de Duoschaats bedacht. Dit schaatstype is een schaats waarbij het mes tijdens het "klappen" in twee delen klapt. Het achterste gedeelte van de schaats zit vast aan de schoen, terwijl het voorste gedeelte openklapt. Het eventuele voordeel hiervan zou zijn dat de schaats stabieler zou zijn. Dit type schaats wordt momenteel verder ontwikkeld en enkele marathonrijders testen de schaats tijdens wedstrijden.